De militair-politieke toestand van Japan in 1911. April 1912], bedragen zal; zij is bestemd voor eene bewapening van 2 kanonnen van 15 c.M. en 6 kanonnen van 7,6 c.M.hare snelheid zal 21 mijl bedragen. De prijs is geraamd op 1350000 yen, waarvan 1000000 yen door de vlootvereeniging opge bracht wordt; het overige wordt voldaan door de Zuid-Mant- sjoerijsche spoorwegmaatschappij, welke de boot te harer be schikking krijgt voor hare lijn tusschen Dalny en Shanghai. De beide andere 2 booten der vrijwillige vloot doen dienst tusschen Shimoneseki en Fusan. Ten gevolge van het bouwen van groote schepen deed zich de behoefte aan nieuwe dokken gevoelen, zoodat een vijfde dok te Yokosuka ontworpen is. Het is lang 204 M., breed en diep 86 M. en zal schepen van 30000 ton maximum kun nen opnemen. Men hoopt het tegen het einde van 1913, of anders in het begin van 1914, gereed te hebben. Op de Bonin-Eilanden is aan een nieuw marine-station be gonnen. Bijzonderheden zijn echter nog niet bekend. Aan de inrichting van Chinhai (nabij Fusan) werd geregeld voortgewerktmettertijd zal dit station komen in de plaats van Port-Arthur, dat in de toekomst uitsluitend voor torpe dobooten dienen zal. Te Makung kwam in October een nieuw dok voor gebruik gereed. Een vice-admiraal voert thans het bevel over dit pas vol tooide station. 381

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 57