Eenige wenken voor exploreerende Officieren. [April 1912.
Het teekenen van hoogtelijnen vereischt routine, bij vluchtige
opneming op 1100000 behoeft het beloop der ruggen slechts
in groote trekken juist te zijn, terwijl het gebergte metz.g. „rup
sen" ook zeer goed is weer te geven, mits de richting der rug
gen en uitloopers maar zoo juist mogelijk worden ingeschetst.
De hoogten worden afgelezen op den barometeris op het
instrument geen hoogte-indeeling aangebracht, dan rekene
men voor eiken graad, dien de wijzer terug- of vooruitgaat,
11 M. hoogte verschil.
Het is niet noodig de aanwijzing van den barometer te
corrigeeren, aangezien de hoogtelijnen om de 50 M. worden
ingeteekend, zoodat al te groote nauwkeurigheid ook hierbij
geen vereischte is.
De hoogte van bergtoppen ronde men af naar de lagere
aanwijzing. Blijft men den geheelen dag, of nog langer
op één plaats, dan leze men den barometerstand 's ochtends,
's middags en 's avonds af en neme het gemiddelde der
aflezingen.
Het is niet noodig den barometerstand bij eiken nieuwen
slag af te lezen, doch slechts op kenbare toppen en ruggen
en telkens als naar schatting 50 M. is gestegen of gedaald.
Aan de bergbarometers van Fuess is ook een thermometer
aangebracht; met behulp van een bij het instrument behoo-
rende tabel kan de correctie voor de temperatuur worden
gevonden, hetgeen voor grootere hoogten wel noodig is.
Wordt prijsgesteld op nauwkeurige opname der hoogten
dan is een „kookapparaat" of hypsometer noodig.
Dit toestel bestaat uit een keteltje, waarin met een spi
ritusvlam water aan den kook wordt gebracht. Een daartoe
geschikte thermometer geeft het kookpunt, dus daarmede
tevens den luchtdruk en de hoogte aan, die nog eenigszins
gecorrigeerd moeten worden, waarvoor bijbehoorende tabellen
worden geraadpleegd.
Het toestel kan in een lederen koker aan een riem over
den schouder worden gedragen. Het is een zeer geschikt
middel om zijn aneroïde van tijd tot tijd te controleeren.
398