Enkele grepen uit onze schietopleiding. In den loop van het vorige scbietjaar werd er van hoo- gerhand op gewezen, dat, bij de gezamenlijke oefeningen, de aanteekeningen als bedoeld in 67 S. V. in geen geval aanleiding mochten geven dat niet de hand gehouden werd aan 62 le alinea en 61 2 laatste alinea's. Die aanteekeningen be hoorden tot een minimum beperkt te worden. In de rubriek „Toelichtingen" van staat Lett. C kon melding worden ge maakt van alles wat van invloed was geweest op de vuur leiding. Hoewel uit staat Lett. C geen positieve conclusies omtrent de geoefendheid van den troep waren af te leiden, was daaruit toch na te gaan op welke wijze de schietopleiding had plaats gehad en in zekeren zin ook met welk resultaat. Dat een groot procent treffers, bij het gezamenlijk vuur verkregen, niet altijd op groote gevechtsvaardigheid wijst, is bekend, daar toch de omstandigheden, waaronder die treffers zijn behaald o. a. grooten invloed daarop hebben uitgeoefend. Een ernstig streven om de manschappen te brengen in den toestand van phijsieke inspanning zal leiden tot het dalen der trefferprocenten. Toch hebben die oefeningen groot nut, omdat de soldaat heeft leeren schieten onder omstandigheden, die zooveel als mogelijk was in overeenstemming waren gebracht met de werkelijkheid. Daar men bij iedere oefening steeds bedacht behoort te zijn op een goede uitvoering der bewegingen, behoort er natuurlijk ook bij de gezamenlijke oefeningen voor gemaakt te worden, dat aanslag en richting niet worden verwaarloosd. Omdat controle op laatstgenoemde bewegingen gedurende de uitvoering der schiethandeling bij de gez. oefeningen ech ter ten eenenmale onmogelijk is en de schutters bij die oe feningen, meer aan zich zelf overgelaten, maar al te zeer 396

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 72