Enkele grepen uit onze schietopleiding. [April 1912. Wat werd door de officieren zelf gedaan om zich van de grondbeginselen dier wetenschap op de hoogte te stellen? Niets. Het gevolg? Wel werd het noodige over onze schietopleiding geschre ven, wel bekampten voor- en tegenstanders onzer schietoplei ding elkaar, doch, als bewijzen werden aangevoerd, konden die den tegenstander niet voldoen om de eenvoudige reden, dat ze niet wetenschappelijk waren, doch slechts de subjec tieve opinie van den schrijver weergaven. Was de storm van aan- en tegenaanvallen wat geluwd, dan was men even wijs als voorheen. De bewijsmiddelen, die gebruikt hadden moeten worden, bleven in den physio-psychologischen koker opgeborgennie mand viel het in om daarin naar bewijsmiddelen te zoeken. Voor- en tegenstanders wonnen het pleit voor eene wijle, als hun rhetorische talenten boven die van hun tegenstander uitblonk; voor eene wijle, want vrij spoedig moet uit den aard der zaak, bij gebruik van ondeugdelijk bewijsmateriaal, twijfel over het geleverde bewijs boven komen. Mag een officier wel eens redenaars- of schrijverstalent zijn aangewaaid, kennis van eene wetenschap, zoo omvangrijk als psychologie, ontvangt men niet bij de geboorte. Daar de geleverde betoogen steeds op eerstgenoemde talen ten bleken te steunen, kan als vrij zeker worden aangenomen, dat de verschillende sprekers en schrijvers, die over het schiet- vraagstuk hun licht lieten schijnen, laatstgenoemde kennis niet bezaten, zich geen moeite hebben gegeven zich van iets van die wetenschap meester te maken. Ook de pleidooien door Kapitein Fabius gehouden, waren op militair-psychologisch gebied meer dan oppervlakkig. Het gaat niet aan te zeggendie man is een dief, want hij heeft gestolen. Wil men hem in de gevangenis brengen, dan moet men deugdelijke (in dit geval juridische-) bewijs middelen voor zijne schuld aanvoeren. Wil men de waarheid van een psychologisch feit aantoonen, 401

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 77