April 191 2J. Leger en vloot bij de verdediging van N.-I. In de inleiding van het artikel deelt Kolonel Umbgrove o. a. mede, dat het zijn doel is te streven naar beknoptheid, opdat ook buiten de eigenlijke Marine zijn woord moge worden gehoord. S. verklaart vervolgens, dat het hier gaat om een staats belang van de allerhoogste ordedat de verdediging onzer koloniën dus moet zijn een zaak van algemeen Regeeiings- beleid. Met de Minister van Marine, maar de Regeering be hoort zich uit te spreken, op welke wijze de verdediging onzer koloniën dient te geschieden. Gelet op de omstandigheid, dat ons koloniaal bezit bestaat uit een groot eilandenrijk, gelet op de lessen der historie, en gelet op hetgeen elders geschiedt, zoo lezen we dan verder, moet het antwoord hierop ongetwijfeld luiden: door een zoo krachtig mogelyke zeemacht. Bezwaarlijk kan echter gezegd worden, zoo meent Kolonel Umbgrove, dat de sterkte onzer vloot in overeenstemming is met de belangen, die eventueel door haar zullen moeten ver dedigd worden. Om dit aan te toonen wordt een vergelijking gemaakt tusschen de uitgaven van Indië voor de Marine en die voor de andere takken van dienst. In het bijzonder wordt daarbij gewezen op de wanverhou ding tusschen de uitgaven voor de vloot en die voor het leger. Op de begrooting voor 1912 is daarvoor uitgetrokken respectievelijk 11 millioen en 36 millioen. Moet hieruit niet de conclusie worden getrokken, aldus luidt daarop de vraag, dat de zeemacht het stiefkind is, dat achter af wordt gezet; zelfs aan het minder voorname instrument x) voor de verdediging naar buiten, n. 1. het Indische leger wordt 25 millioen gulden meer besteed, hetgeen zich niet laat ver klaren door het feit, dat dit leger niet uitsluitend dient voor de verdediging van ons koloniaal bezit tegen een vreemden aanrander. Ditzelfde toch geldt, hoewel in veel mindere mate, ook voor de zeemacht. Om aan deze wanverhouding een eind te maken en om de verdediging van onze bezittingen op een behoorlijken voet te 412 1) Cursiveering van ons N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 88