April 1912], Leger en vloot bij de verdediging van N.-I.
Welke de samenstelling van de door kolonel Umbgrove
gewenschte vloot zal zijn, wordt niet in details aangegeven.
Het voorgestelde pantserschip van 7600 ton wordt te klein
geoordeeld. Het moet van zoodanig type zijn, dat het tegen
een eventueelen tegenstander met een redelijke kans van
slagen moet kunnen optreden x).
Uit het bovenstaande blijkt, zoo lezen we dan verder, dat
hier niet gesproken kan worden van een super Dreadnought,
zelfs niet van een Dreadnought, maai' tusschen deze typen
en het voorgestelde pantserschip van slechts 7600 ton ligt een
groote afstand. Afgescheiden van den hoogen prijs van een
Dreadnought, van het te veel zetten op ééne kaart, moet
deugdelijk rekening worden gehouden met de diepte van de
vaarwaters in Indie, enz.
Wederom stuiten we hier op het zwakke punt, dat we bij
alle in de laatste jaren ontworpen vlootprogramma's aantreffen.
Om echter die zwakke zijde te maskeeren en de verhou
ding der in gedachten uiterlijk bereikbare sterkte onzer vloot
tot die van een eventueelen tegenstander niet al te ongunstig
te doen zijn, lezen wij het volgende betoog:
Waar dergelijke combinaties en veronderstellingen als basis
voor een vlootprogramma moeten dienen, zouden we het toch
minstens zeer gewaagd willen noemen, om de uitgaven voor
die vloot, zij het dan ook gedeeltelijk, te willen bestrijden
door bezuiniging op het Leger.
414
Bij de machtsverhoudingen van den tegen woordigen tijd is de kans op
eenzelfden toestand (n. 1. dat een overweldige maritieme overmacht zich
niet kan doen gelden, omdat zij elders wordt gebonden. N) in onze Oost-
Indische bezittingen groot, niet alleen voor zoover betreft de Europeesche
vloten, maar evenzoo ten opzichte van die van Amerika en Japan, althans
wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat Nederland van zijn kant
wel geen oorlog met die grootmachten zal uitlokken noch beginnen, maar
wel in een bestaanden oorlog kan worden meegesleept. Zelfs bij een recht-
streekschen aanval blijft het bovenstaande voor een groot deel waar, om
dat het met het oog op mogelijke complicaties voor den aanvaller gevaar
lijk kan zijn zich elders te veel te ontblooten.
1) Men vergelijke hiermede, hetgeen de Redactie van het Marineblad in haar
artikel «Artillerie- of torpedovloot?" over «redelijke' voorbereiding, «billijke"
eisclien, enz. zegt. N.