Leger en vloot bij de verdediging van N.-I. [April 1912.
Gaarne willen we de mogelijkheid van voor de vloot gun
stige omstandigheden aannemen, maar indien verondersteld
mag worden, dat een eventueele tegenstander niet zijn ge-
heele vloot zal kunnen bezigen, is het dan zoo erg onlogisch,
om ook eens het geval aan te nemen, dat hij wel een sterke
vloot zal kunnen zenden, maar zich elders niet te veel van
troepen wil ontblooten? (Nederland Japan Rusland).
Ook lijkt het ons volstrekt niet uitgesloten, dat een mo
gendheid, die zich het bezit van onze Koloniën wil verzekeren,
dit doel zoo spoedig mogelijk tracht te bereiken en daarom het
eiland Java, waar zich de Regeeringscentra bevinden, waar de
zetel van het bestuur is gevestigd, waar de hoofdmacht van
ons leger is geconcentreerd, aantast, om zich, wanneer hem
dit gelukt, de andere eilanden van zelf te zien toevallen.
Zeker kan de vijand ook eerst eenige andere voorname
eilanden nemen, en zooals wel eens vermeend wordt, verder
volstaan met Java te blokkeeren, om het daarna aan den tijd
over te laten, zich die rijpe vrucht in den schoot te doen vallen.
Maar die tijd we veronderstellen weer kan toch ook weer
voor hem ongunstige combinaties doen geboren worden.
Om den grooten invloed van een „fleet in being" en
de waarde van „Seapower" aan te toonen, worden door
Kolonel Umbgrove een paar voorbeelden van recenten datum
aangehaald.
Beide zullen wel door niemand worden ontkend, alleen die
voorbeelden doen ons niet inzien, dat ons leger zou mogen
worden verzwakt.
Als „fleet in being" (we gelooven dat de Japanners wel
wat afbreuk hebben gedaan aan de theorie van een „fleet in
being") wordt de Duitsche vloot aangehaald.
Tijdens den zeer gespannen toestand in de tweede helft
van Juli 1911 weigerde de Engelsche Admiraliteit, met het
oog op de Duitsche vloot, de verantwoordelijkheid te dragen
voor het binnen 18 dagen van Engeland naar Frankrijk over
voeren van vier division en de cavaleriedivisie van het En
gelsche expeditionaire leger.
415