ffiededeelingen betreffende bet
Indische Leger1).
DienslDOorschriften.
Inlandscfie Officieren.
CaDdlerie. Uerpleging.
In de afgeloopen maand zijn verschenen:
1. Een „Gevechtshandleiding."
2. Een nieuw „Velddienstvoorschrift".
De gevechtshandleiding geeft een beeld van het normaal verloop
van het gevecht der verbonden wapens.
Het nieuwe velddienstvoorschrift wijkt aanmerkelijk af van het te
genwoordige.
v De afwijkingen betreffen in hoofdzaak den ophelderingsdienst, den
voorpostendienst en de nachtmarschen, terwijl ook in de organisatie
van de treinen wijzigingen zijn aangebracht. De voorschriften, betrek
king hebbende op de verpleging, zijn in overeenstemming gebracht
met do bestaande regelingen.
De uitoefening van den Geneeskundigen dienst gedurende het gevecht
is uit het V. V., naar de gevechtshandleiding overgebracht, terwijl
in dit laatste voorschrift ook enkele der op het gevecht betrekking
hebbende bijlagen van den ouden L. V. zijn overgenomen.
Voorts zijn in het V. V. opgenomen de krijgsgebruiken, in acht
te nemen tegen den I. V., en zijn in de wenken voor het optre
den tegen den I, V. enkele wijzigingen van ondergeschikten aard
aangebracht.
Bij G. B. dd. 6 Maart 1912 Ho. 27 is bepaald, dat, met wijziging
in zoover van de bij art. 1 van het besluit van 10 Mei 1907 No. 36,
vastgestelde „Voorloopige regeling betreffende het Instituut der In-
landsche officieren bij de Landmacht in Nederlandsch Indië", de bij
hunne benoeming door Inlandsche officieren te ontvangen gratificatie
voor eerste uitrusting, gerekend van 12 October 1910, wordt verhoogd
tot een bedrag van f 1000.
Aangezien het onder sommige omstandigheden gewenscht kan zijn,
dat bij de Cavalerie, in afwijking van het voorschrift, vervat in de
A. O. 1911 No. 21 Punt e, 6e en voorlaatste alinea, het eten wordt
I bereid voor grootere afdeelingen dan groepen van 3 tot 6 man, is,
teneinde uitvoering van het voorgeschrevene in de 7e alinea van
punt e mogelijk te maken, bepaald, dat te velde per eskadron of onder-
li Verstrekt door het D. v. O-
431