Mei 1912] Van Alles Wat. gebracht naar de betrokken afdeelingen van voor den velddienst geschikte paarden, en aanvankelijk naar behoefte over de kleine cavalerie-, artillerie- en treindepots, evenals het remonte-depót, verdeeld. Later werden zij uitsluitend aan het remonte-depót afgegeven. Aangezien langzamerhand bij de opereerende troepen de behoefte aan transportmiddelen steeg, moest ten slotte het treindepot in Ca- sablanca gesplitst worden. Als gevolg van deze vermindering kon de veterinaire dienst bij het achtergebleven gedeelte van het treinde pot met dien van het 'remonte-depót vereenigd worden. De overige diensten op de operatiebasis bestonden in hoofdzaak in de keuring van slachtvee, vleesch en fourages. Zoodra op militair gebied eenig succes was verkregen, trad een remonte-commissie op, bestaande uit een lsten luitenant van de ca valerie, een ritmeester en den chefpaardenarts. Om het vertrouwen van de inboorlingen te winnen en om gege vens te verzamelen, wat betreft den aard der verwondingen door de Fransche vuurwapens veroorzaakt, werd gelast, dat de paardenart sen van bepaalde etappeziekenstallen den inboorlingen bij de behande ling van zieke en gewonde dieren met raad en daad hadden bij te staan. De verschillende ouderdeelen van den veterinairen dienst hadden hun eioen aangelegenheden en waren geheel zelfstandig, maar hiel den in "zooverre met elkander verband, dat zij door geregelde arbeid,s- verdeeling elkander aanvulden. De leiding en de controle werd door den chefpaardenarts uitgeoefend door af en toe onverwachte inspecties te houden. Door veertiendaagsche ziekenrapporten en de berichten uit de ziekenstallen omtrent bijgekomen en herstelde paarden was hij steeds op de hoogte omtrent de gevechtssterkte, het aantal voor den dienst ongeschikte paarden en de ziekteoorzaken, zoodat hij elk oogenblik in staat was bij het opperbevel de noodige voorstellen te doen. Als gevolo- van meerdere omstandigheden kwam een wezenlijke vermindering van de gevechtssterkte niet voor. Hiertoe droeg bij een strenge handhaving van de hygiënische voorschriften en de mogelijkheid veel paarden te kunnen behandelen, zonder dat zij aan den dienst werden ontrokken. Het aantal voor langeren of Sorteren tijd ongeschikt voor den velddienst bewoog zich binnen betrekkelijk nauwe grenzen. De algemeene gezondheidstoestand der dieren was goed en over het geheel bleken de paarden der cavalerie en artillerie bestand te zijn tegen de groote inspanningen van dezen veldtocht. De pres tatie van de paarden boven de 13 jaar liet echter te wenschen over; vele van deze konden, ondanks zorgvuldige verpleging, slechts met orooto moeite voor den dienst bruikbaar worden gehouden. Yan de besmettelijke ziekten trad bijna uitsluitend piroplasmose op, en wel in Mei en Juni bij drie batterijen te Casablanca. Ongeveer de helft dier paarden werd ziek. Het verloop was over het geheel gunstig, zoodat het verlies door den dood en op reformstelling slechts 10 bedroeg. Het totaal aantal zieke dieren (overmatige vermoeienis inbegrepen) 548

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 102