Mei 1912]. Van Alles Wat. 550 trailleurs worden opgedragen; het ontbreken van sectiecommandanten is niet gewenseht; de vuurleiding van meer dan 2 mitrailleurs door den compagniescommandant alleen heeft in allen gevalle hare groote moeilijkheden. Patronen worden op 24 draagdieren medegevoerd, waar van elk er in 2 kisten 2400 stuks draagt. Een munitiedraagdier volgt onmiddellijk op den mitrailleur, 18 draagdieren vormen den gevechtstrein. De munitieuitrusting van 57600 patronen schijnt voor een ernstig gevecht niet toereikend. (1) De afdeeling kent als formaties de linie (de mitrailleurs op 15 pas sen naast elkaar) en de colonne met eenen, waarbij de mitrailleurs elkaar op 2 pas afstand volgen. De formatie van het stuk is als volgt de bedieningsmanschappen volgen met tweeën achter den stukskom- mandant, daarachter de mitrailleur en ten slotte het munitiedraagdier. Vuursoorten: Norm is het uitwerkingsvuur met of zonder strooien in breedte en diepte, slechts in bepaalde omstandigheden kan een lagen vuur van een bevolen aantal patronen gewenseht zijn. De regels voor het gevecht toonen weinig afwijking van de Duit- sche voorschriften. De afdeeling treedt iD het algemeen in haar geheel op; de tusschenruimte tusschen de mitrailleurs is zoodanig, dat de front breedte de 100 M. (cavalerieafdeelingen 150 M.) niet overschrijdt. Naar omstandigheden is het sectiesgewijze optreden, bij uitzondering slechts het gebruik van het enkele geweer, toegestaan, omdat slechts de vereeniging van meerdere mitrailleurs de naar omstandigheden vereischte dieptewerking mogelijk maakt. De gevechtstrein houdt zich zoo dicht mogelijk bij de vurende afdeeling op. Deze afstand mag, om een ononderbroken vuur te kunnen afgeven, niet grooter zijn dan 100 M.kunnen de draagdieren niet in de onmiddellijke nabijheid der afdeeling komen, dan wordt de munitie middels manschappen aange dragen. De bij de voorhoede ingedeelde mitrailleurs maken het deze mogelijk met geringe krachtsinspanning steunpunten vast te houden. Bij den aanval worden de mitrailleurs meestal voorloopig in reserve gehouden tot zich de mogelijkheid voordoet den aanval door vuur uit hooge en flankeerende stellingen voor te bereiden. Gebruik in de tirailleurlinie wordt als minder gunstig beschouwd. „Is de beslissing nabij, dan gaan ook de mitrailleurs, zonder op verliezen te letten, vooruit en nemen den vijand onder hevig vuur". Aan een spiongswijze voorwaartsgaan met de tirailleurlinie zijn zij niet gebonden. Een stellingverandering zal veelvuldig op last van den afdeelingscommandant noodzakelijk zijn. Ook bij de verdediging moet worden vermeden de afdeelingen reeds voor het begin van het gevecht in de eerste linie te plaatsenze worden, meestal gesplitst, ingezet ter versterking van bedreigde punten en tot afweer van den aanval; slechts wanneer het erom gaat opmarschwegen of gapingen in de stelling onder vuur te nemen, kunnen zij ook reeds bij de inlei- 1) Nochtans was in den R. J. oorlog het grootste patronenverbruik hij eene sectie mitrailleurs 22000 stuks op één gevechtsdag. Dit groote verbruik zal wel tot de zeldzaamheden behooren. (Vert.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 104