Jlogmaais bet Haiiberuraagstuk der Bergartillerie uoor Indië. Hoewel de Heeren Boodt en Maurer van hunne zijde het debat over het kalibervraagstuk der bergartillerie sluiten, voelen wij ons toch verplicht op hun antwoord nog te die nen van repliek. Vooral omdat de keuze van een type vuurmond met groot.e uitwerking niet gebaseerd is op onze persoonlijke meening, zooals HH. B. M. dat doen voorkomen, zooals uit het vol gende blijken zal. Naar aanleiding van de twaalf jaar geleden door het Le gerbestuur betoogde noodzakelijkheid van eene verwapening der bereden artillerie, werd in 1902 en 1903 proefgeschut voor veld en berg aangevoerd, over de beproeving waarvan in October 1903 een uitvoerig rapport door de Commissie van proefneming werd ingediend 1). Nadat betreffende die voorstellen uit Nederland nader stuk ken en teekeningen waren ontvangen, werden in 1907 defi nitieve voorstellen gedaan, waarbij echter de in 1905 aan het aan te schaffen materieel gestelde eischen in hoofdzaak gehandhaafd bleven 2). Voor de aanschaffing van het nieuwe berggeschut werd de aandacht gevestigd op ons project voor Draagbaar Veld geschut, hetwelk door de Skodawerke in een proefkanon be lichaamd was geworden 3). Verder werd er op gewezen, dat voor de bereden artillerie de Granaat-Kartets wel nog het Tioo/tfprojectiel was, doch, 460 Repliek aan de Beeren Boodt en (Daurer, tuiienanis der Artillerie. 1) Zie Extra Bijlage I.M.T. No 16. 2) Zie: »Een gedragen veldvuurmond naast den bereden veldvuurmond bij de verwapening der bereden artillerie van het Nederlandscli Indische Leger. I.M.T.1909, I, blz. 196. 3) Zie: »Het Skoda'sche proefkanon—systeemGooszen" I.M.T., 1909,1, blz. 579.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 14