Mei 1912]. Kaltbervraagstuk der Bergartillerie. voor hunne gedragen artillerie overgingen, wijst dit juist op den strijd tegen minderwaardige vijanden, daar deze geschut- sooiten ook en voornamelijk in de Koloniën gebruikt worden en aangezien door de Legers dier Staten over en weer dienst wordt gedaan, het hebben van twee soorten berg-artillerie, één voor de Koloniën en één voor het Moederland, te groote be zwaren zou opleveren. Rest dus slechts Noorwegen, waarvan wij niet konden na gaan, welke motieven daar tot kalibervermindering voor de bergartillerie leidden, tenzij het het streven mocht zijn om anders te doen en iets anders te hebben dan zijn gewezen broeder Zweden. En nu ten slotte het feit, dat de Firma Krupp er toe kwam om neven het door het Legerbestuur gewenschte kanon nog een licht type bergvuurmond uit te zenden. Dit is geen gebrek aan vertrouwen in het zware berggeschut, maar een gevolg van de wetenschap, dat dat geschut zijn weg in Indië nog zal moeten banen, tegen veel vooroordeel in, en om ook den voorstanders van een licht type desgewenscht proefon dervindelijk het overwicht van het zware boven het lichte type glanzend te kunnen aantoonen. En hiermede sluiten wij ook onzerzijds het debat! A. J. Gooszen. 466 1) En wij evenzoo, totdat omtrent het proefmaterieel een en ander kan wor den medegedeeld. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 20