Mei 1912]. Het Chineesche krijgswezen. In verband daarmede werden in dat jaar aan de provin ciale besturen opgaven gevraagd omtrent sterkte en onkosten der moderne troepen en van nog bestaande oude formaties. Hierdoor hoopte men een overzicht te krijgen van hetgeen de reeds opgerichte nieuwe korpsen, benevens de nog aanwe zige Baniertroepen kosten en met dit totaal bedrag als grond slag zouden voorstellen tot invoering van een dienstplicht stelsel worden ontworpen. 2. Yerdeeling van het geheele Rijk in 8 militaire districten als grondslag voor eene militaire territoriale indeeling. Te gelijk moest een einde gemaakt worden aan de bevoorrech ting van de Mantsjoe's boven de Han's. 3. Het organiseeren van paardenfokkerijen in Ui ten behoe ve van het leger. 4r. Reorganisatie van den topografischen dienst. 5. Het oprichten van groote werkplaatsen, om onafhanke lijk van het buitenland te worden. 6. Stelselmatige uitbreiding van het spoorwegnet in het belang van eene snelle mobilisatie en concentratie van het leger 7. Het exploiteeren van de rijke ijzermijnen desnoods met geleend kapitaal, om de noodige grondstoffen voor de werk plaatsen te verkrijgen. 8. Het bevorderen van de emigratie van Chineezen naar Mantsjoerije en naar Mongolië, om het Chineesche element aldaar te versterken en aldus het weerstandsvermogen tegen vreemde indringing te verhoogen. 9. Bevordering van den uitvoerhandel tot verhooging van de welvaart, om zoo doende de voor de legerorganisatie noo dige gelden te vinden. 10. Aansluiting van China aan Mohammedaansche landen. Het hieronder volgende overzicht zal aantoonen, in hoeverre Yin Chang's plannen verwezenlijkt waren of eenige kans op ver wezenlijking hadden, toen de omwenteling in het Yang tse- dal uitbrak. Tevens zal daarbij gelegenheid gevonden worden te wijzen op den toenemenden invloed van de Duitschers op militair gebied, tot groote ergernis van de Japanners. 480

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 34