Het Chineesche keijgswezen. [Mei 1912. lingen zijn reeds gevormd in Chihli, Shantung, langs de spoorlijn Peking-Hankou, in Honan en in Kiangsu. De bewakingsdienst der andere lijnen geschiedt op gebrekkige wijze door deelen der Hsün-fang-tui. Eene speciale politie is voor de Chineesch-Annamitische grens ontworpen. De geheime politie zou als volgt georganiseerd worden: Elk divisiecommando, c.q. militaire directie der provincie, zou de beschikking krijgen over eene compagnie geheime politie, welke in vredestijd de propaganda der geheime genootschappen onder de troepen moest beteugelen en in oorlogstijd den kondschapsdiensc verrichten zou. Zij zou geheel buiten het detachement gendarmerie staan, dat bij elke divisie ingedeeld is. De sterkte dezer moderne politietroepen is niet met zeker heid op te geven. In het begin van 1911 werd deze op 78000 man geschat, terwijl op de verschillende scholen 31000 leerlingen in opleiding waren, zoowel voor officier en beambte als voor onderofficier. Ten slotte kan nog worden medegedeeld, dat in sommige provinciën de autoriteiten bezwaren maakten om de Lu ying- formaties i) af te schaffen, omdat de organisatie der Hstin jin chiin nog niet genoeg gevorderd was. Be provinciale bewakingstroepen Hsün fang tui). Zooals bekend is 2), heeft men, bij wijze van tijdelijken maatregel, uit elementen der oude formaties de Hsün fang tui opgericht, welke bestemd is om te verdwijnen, zoodra de organisatie der Lu Chün-troepen met al hunne reservelich tingen en die der Hsün jin chün geheel voltooid is. Hunne sterkte kon in 1911 geschat worden op 552 bataljons infan terie, 117 eskadrons cavalerie en 2 batterijen, te zamen wellicht 250000 man. Omtrent de sterkte van de troepen der Hsün fang tui in sommige provinciën werd het volgende vernomen: 485 1) Zie blz. 488. 2) Zie „Beschrijving enz.» blz. 11 en 12. (Extra-Bijlage I. M. T. No. 29.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 39