Het Chineesche krijgswezen. [Mei 1912. troepen in Heilung-kiang genomen is uit de bereden Hsün- fang-tui van Moekden, welke aangevuld is door bereden Hsün-fang-tui uit Chihli. De regeering drong er herhaaldelijk bij de provinciale autoriteiten op aan, de sterkte der Hsün-fang-tui te vermin deren, om met de aldus bespaarde gelden de troepen Lu Chün en der Hsün-jin-chün uit te breiden. Zoo werd den gouver neur van Shantung aangeschreven de voor de Hsün-fang-tui dit jaar uitgetrokken gelden met een bedrag van 356126,092 taels te verminderen en alzoo te brengen op slechts 534189,14 taels. Zoowel de gouverneur van Shantung, als andere, zoo als de gouverneurs van Sechuan en Kiangsi en de onderkoning te Nanking, verzetten zich ten sterkste tegen deze bezuini gingen, omdat als gevolg daarvan de sterkte der gewapende macht in hunne provinciën niet voldoende tot handhaving van orde en rust, het onschadelijk maken van rooverbenden, enz, zou zijn. Waarschijnlijk heeft nog eene andere overwe ging invloed gehad op den tegenstand der provinciale autori teiten, nl. deze, dat de troepen der Hsün-fang-tui door hunne samenstelling niet zoo toegankelijk voor revolutionnaire in vloeden als de troepen der Lu Chün waren. Immeis, zij bevatten vele elementen, die, als afkomstig uit de oude for maties, belang bij het behoud der Mantsjoe-dynastie hadden, terwijl hunne officieren, onwetend en onontwikkeld, de ge breken van het tegenwoordige niet inzagen en dus niet geneigd waren, zich bij de revolutionnairen aan te sluiten. Geduien- de de onlusten in Sechuan bleek dan ook de meerdere betrouw baarheid der bewakingstroepenterwijl de Lu Chün-troepen weigerden tegen de rebellen te strijden en zich „onzijdig hielden, slaagde de gouverneur er in met behulp der Hsün- fang-tui een aanvankelijk succes te behalen (September 1911). Het grootste gedeelte der Hsün-fang-tui is met hedendaag- sche geweren gewapend, terwijl ook over hunne geoefendheid vrij gunstig geoordeeld wordt. De Troepen der Acht Banieren (Pa CM). Een zeker aantal der Baniertroepen zijn tot bataljons, eska- 487

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 41