Het Chineesohe krijgswezen. [Mei 1912.
uitgereikt en in November d.a.v. aan een gelijk aantal offi
cieren, leerlingen der Japansche artillerie- en genieschool.
De besten der in Japan opgeleide officieren werden door
het ministerie van oorlog tot leeraar aan de officiersschool
bestemd.
Het aantal officieren, die hunne opleiding in Japan ontvangen
hebben, en thans bij den troep of op de militaire scholen die
nen, wordt thans op ongeveer 800 man geschat. Thans zijn
in Japan nog 500 jongelieden in opleiding; in Frankrijk
ongeveer 30.
Einde 1910 vertrokken 18 officieren, die in Japan hunne
opleiding hadden genoten, opnieuw daarheen om aan de To-
yamaschool, de cavalerieschool en de artillerie- en genieschool
te worden gedetacheerd.
Omtrent de topografische scholen kan het volgende worden
medegedeeld:
Het is de bedoeling in elke provincie eene topografische
school te vestigen. In den zomer van 1911 waren dergelijke
scholen in werking te Peking, Changsha, Wuchang, Nanking,
Tsinan fu, Hangchow, Mukden, Shanghai, Suchow en Ngan-
kirig; voorts in de provinciën Shensi en Honan. Zij behooren
onder den generalen staf.
Onder het leeraarspersoneel dezer scholen bevinden zich
eenige buitenlanders. Zoo is de onderdirecteur der topografi
sche school te Wuchang een Duitsch officier, terwijl aan
dezelfde school te Nanking drie Japanners werkzaam zijn.
De scholen hebben een driejarigen cursus; de leerlingen
van het oudste jaar brengen onder leiding van hunne lee
raars de provincie, waarin de school gelegen is, in kaart.
Aan elke school is eene eenvoudige steendrukkerij verbonden
tot vervaardiging van kaarten. De kaarten maken een
gunstigen indruk; zij worden alle in ééne kleur uitgevoerd.
Kapitein Fuchs, de Duitsche instructeur te Wuchang, roemt
den aanleg van de Chineezen voor topografisch werk. Zoowel
te Wuchang als te Nanking bedroeg het aantal leerlingen
ongeveer 300.
495
M. T. 1912. 32.