Het Chineesche krijgswezen. [Mei 1912. De manschappen zijn gewend aan eene zeer eenvoudige levenswijze, gebruiken geen of nagenoeg geen alcohol, terwijl het opiumgebruik over het algemeen streng wordt tegen gegaan. Men kan dus met groote kans op zekerheid aannemen, dat de Chineesche soldaten tegen groote vermoeienissen be stand zijn. De troepen te en om Peking in garnizoen zijn veel beter gekleed dan de troepen in de garnizoenen der provinciën, waar de manschappen bij hunne wandelingen door de stad meermalen door hunne slordige en onfrissche kleeding opval len. Van de troepen te en om Peking ziet de garde er het best uit; de hiertoe behoorende militairen zijn in hunne tenue bijna even correct als Europeesche troepen, terwijl op de troepen der andere divisiën te en om Peking nog wel het een en ander aan te merken is, al zien zij er veel beter uit dan die in de provincie. De ouders van goede soldaten worden van een gedeelte der grondbelasting vrijgesteld. Lijfstraffen worden niet toegepast. Geoefendheidoefeningenenz. Het heerschende geldgebrek heeft steeds op de oefeningen een noodlottigen invloed gehad. Oefeningen, welke geld kos ten, met name de schietoefeningen bij alle wapens, werden niet gehouden. Verder heeft de nog geringe vakkennis van vele officieren ten gevolge, dat de overige oefeningen meest al uit het werktuigelijk leeren uitvoeren van allerlei bewe gingen in de gesloten orde bestaan. Het is zelfs de vraag of de officieren allen wel het doel dier uitgevoerde bewegingen verstaan. Over het algemeen worden alle bewegingen met Pruisische stiptheid uitgevoerd. Hiernaar schijnt men de militaire waarden van den troep af te meten. Deze groote voorliefde voor de Pruisische exerceerwijze staat natuurlijk in verband met het jarenlange verblijf van den Minister van Oorlog, Generaal Yin Chang, in Duitschland, terwijl ook Prins Tsai T'ao ge- 499

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 53