Mei 1912]. Het Chineesche krijgswezen.
ging bleken de batterijcommandanten niet in staat bijtijds de
nieuw in te nemen stellingen te verkennen en uit te kiezen.
Officieren en soldaten van het bataljon genietroepen deden
alles verkeerd: wat vlug gebeuren moest, werd langzaam
uitgevoerd en omgekeerd. Uit alles bleek, dat zeer gebrek
kig geoefend werd.
De africhting van de treinpaarden liet alles te wenschen
over; optuigen en opladen geschiedde slordig en slecht.
Bij eenige divisiën werden in den loop van het jaar 1911
kleine manoeuvres gehouden.
Wegens het uitbreken van den opstand in het Yang tse-
gebied in October 1911 werden de voorgenomen groote ma
noeuvres afgelast.
502
De concentratie van de troepen, welke aan de manoeuvres zouden deelne
men, was reeds tegen liet einde van September begonnen, zoodat na aankomst
op het manoeuvreterrein nog tijd genoeg was tot het houden van oefeningen
van verschillenden aard. De eenheden waren door manschappen van andere,
niet aan de manoeuvres deelnemende troepen, alsmede door het oproepen van
reservisten, op sterkte gebracht. Ook omdat men vele plaatsen niet geheel van
troepen wilde ontblooten, waren beide partijen uit deelen van verschillende
divisiën samengesteld.
De samenstelling van beide partijen blijkt uit bijlage 3.
Hoewel door het aflasten van de manoeuvres bepaalde gevolgtrekkingen
niet gemaakt kunnen worden, kan uit de samenstelling ven beide partijen
worden afgeleid, dat men in China van plan was, per regiment infanterie en
cavalerie twee mitrailleurs in te deelen, evenals in Japan, terwijl men ook
waarde hecht aan strategische cavalerie, waarvoor het Chineesche leger echter
nog geen afzonderlijke eenheden bezit, hoewel reeds verleden jaar het voor
nemen bestond zelfstandige cavaleriebrigades op te richten.
Het algemeene denkbeeld, dat aan de manoeuvres ten grondslag zou liggen,
muntte uit door eenvoud. Een Ooster Leger, komende uit de richting van
Chin wan tao, marcheert langs de kust in westelijke richting, terwijl een
Wester Leger van de zijde van Tung chow in oostelijke richting marcheert.
Prins Tsai T'ao zou de leiding op zich nemen.
Per geweer waren 70, per kanon 80 en per mitrailleur 5000 schoten toegestaan.
De kosten waren geraamd op 1900000 taels.
Het aflasten der manoeuvres heeft onder de talrijke te Peking daarvoor
samengekomen vreemde officieren groote teleurstelling gewekt; zooals begrij
pelijk was, was ieder zeer verlangend te aanschouwen wat China op militair
gebied tot stand gebracht had.
Hoe groote beteekenis aan de manoeuvres gehecht werd, blijkt hieruit, dat
1) Deze mededeelingen zijn ontleend aan eene te Hankow verschijnende,
Chineesche courant.