Tocht n. Gliëng in den nacht v. 15 op 16 Mei 1897. [Mei 1912.
Overigens zag men alleen een grooten boom aan den ingang
van benteng no. 1, en een grooten met wat kleinere tegen
over den noordsaillant van benteng no. 2.
Op den rug twee toppen, bekroond met de versterkingen
2 en 3 en noord van den oostelijken uitlooper een derde top,
met benteng No. 1, op de noordelijke helling, die vrij steil
was, in tegenstelling met het terrein tusschen 1 en 2, dat
flauw afliep.
Ooster- en westerface van no. 1, werden geënfileerd door
no. 2, terwijl troepen, die zich aan de zuidface van no. 1
mochten opstellen, op rugvuur konden rekenen 1).
Luitenant Michielsen ging nu, na eerst nog een salvo op
de oostface van benteng no. 1 afgegeven te hebben, onmiddellijk
tot den aanval over, daarin gevolgd door de overige afdeelingen
zijner compagnie, die langs verschillende zijden de versterking
trachtten binnen te dringeD.
De losliggende bamboedoeri, die de le sectie aanvankelijk
ontmoette, leverde weinig bezwaar op, maar toen stuite een
verticaal en buitengewoon dicht aaneengeplante ettelijke me
ters breede versperring, van datzelfde materiaal, den aanloop.
Het door den vijand uit ooster- en zuiderface afgegeven
vuur kwam ons dadelijk op zware offers te staan.
Op alle facen had de aanval hetzelfde negatieve resultaat
en toen ook het enfileervuur uit benteng no. 2 toenam, moest
hij gestaakt worden, en trok het le peloton der compagnie
Jacobs langs de zuidface naar den zwaren boom bij den ingang,
maar ook hier was de positie vrijwel onhoudbaar, alle pogin
gen tot opruiming der versperring faalden en het aantal
gewonden nam hand over hand toe.
Gelukkig deed de 4e compagnie nu den aanval op de domi-
neerende versterking no. 2, die een 60 Meter zuidelijker lag.
Dat gaf de le compagnie wat lucht, zoodat enkele gewonden
konden weggedragen worden.
4-51
ïj Zie voor de inrichting der versterkingen bijgaande schetsen, overigens
Overzichtskaart van Groot- Atjeh 150000. Uitgave Juli 1883-