Mei 1912]. Het Chineesche kkijgswezen.
510
Bij de opperofficieren zijn A
en C van rood laken; B is van
gebloemd gouden galon; D, Een F
vormen één vak en zijn van ge
blokte gouden galon, waarop het
aantal zilveren sterren den rang
van den opperofficier aangeeft.
Voor alle overige officieren, on
derofficieren en minderen \s B
van laken en geeft de kleur daar
van het wapen of het dienstvak
aan Daar op is verder het nummer van het regiment (bij de Infanterie, de
Cavalerie, de Artillerie en de bij de regimenten van deze wapens ingedeelde
militairen van diensten) of van het bataljon (Genietroepen, Trein, enz-) aange
bracht. In plaats van dit nummer draagt het personeel van het Ministerie van
Oorlog en van de divisie staven als onderscheidingsteeken eenige Chineesche
letters op den kraag. De leerlingen der officiersschool dragen een gouden of zil
veren ster met Chineesche karakters als onderscheidingsteeken, naarmate zij tot
een wapen of dienstvak behooren. Het aantal sterren in de onderste helft,
aangebracht op de strook E, geeft in elke categorie (hoofdofficieren-subalter
ne officieren; onderofficieren en soldaten) wederom den rang aan; de onder
luitenants hebben geen sterren.
Bij de hoofdofficieren zijn overigens A en C van geblokt gouden galon, D
en F van rood laken en is E van geblokt zilveren galon.
Voor de subalterne officieren zijn A, C en E van geblokt zilveren galon, D
en F van rood laken.
Voor de onderofficieren en leerlingen der officiersschool zijn A en C van
zwart laken, D en F van rood laken en is E van geblokt zilveren galon.
Voor de soldaten zijn A en C eveneens van zwart laken; terwijl D, E en F
een aaneensluitend vak van rood laken vormen.
De schouderstukken voor officieren hebben den vorm van de schouderbe
dekkingen der witte uniform (na de laatste wijziging) voor de opperofficieren
van het Nederlandsch-Indische Leger. Voor de opperofficieren zijn zij geheel
van gouden koord: voor de hoofdofficieren van afwisselend gevlochten gouden
en zilveren koord en voor de subalterne officieren geheel van zilveren koord.
Aan de schouderzijden bevindt zich een knoop; het wapendistinctief ontbreekt
uit den aard der zaak.
De schouderstukken voor onderofficieren en minderen hebben dezelfde vorm
als de schouderlappen van de witte uniform van de hoofd- en subalterne of
ficieren van het Nederlandsch-Indische Leger. Zij zijn van rood laken en
voorzien van een knoop aan de schouderzijden.
De schouderstukken van de onderofficieren, de leerlingen der officierssehool
en de soldaten hebben langs den geheelen omtrek een randje geblokt gouden
galon; bovendien voor de onderofficieren en de leerlingen der officiersschool
twee, ter weerszijden van de knoop, en in de lengterichting loopende strepen
van hetzelfde galon en voor de soldaten een dergelijke streep, in het midden
en in de lengterichting van het schouderstuk loopende. Die van de leerlingen
der cadettenscholen hebben een streep van galon als bij de soldaten, doch
B
r
D
E
F