Mei 1912], Het Chineesche krijgswezen. De werkplaatsen te Shanghai hebben eene geweermakerij, eene patroonfabriek en eene geschutfabriek. In de geweer makerij worden vervaardigd geweren van 6.8 m.M". De geschut fabriek vervaardigt berggeschut van 7,5 c. M. naar modellen van Krupp en van Grüsen nit eigen gemaakt Martini-staal. Men deelde mij mede, dat per jaar 10 millioen patronen en 48 bergstukken van 7,5 c. M. afgeleverd kunnen worden. Ook hier is een Duitsch Ingenieur werkzaam. Behalve de hierboven bedoelde militaire werkplaatsen zijn te Hanyang nog aanwezig groote ijzersmelterijen, de „Han yang Iron Steel Works", vroeger met de werkplaatsen onder ééne directie vereenigd, doch thans onder afzonderlijk beheer. Zij belmoren aan eene Chineesche combinatie, doch hebben een vrij talrijk Europeesch personeel. Te Tsing ho is eene fabriek van laken en andere stoffen, waai van uniformen gemaakt worden. De helft van de aan- deelen in deze fabriek is in handen van de Regeering. Eemonteering. In 1909 bestonden drie remonte-depóts n. 1. één te Ili (Chineesch Turkestan) en twee in Mongolië bij Kalgan. Een der twee laatstgenoemde werd in 1906 door Yuan Shih-Kai opgericht; het telde 7 detachementen a 400 paarden en dient voor de remonteering der 2e. en 4e. divisiën. Het tweede was veel belangrijker en telde b. v. eind 1909 10000 paarden; het dient voor de remonteering der Noorder divisiën, behalve de 2e. en 4e. divisie. In Kansu en Shensi (provinciën met een paardenstapel) bestonden kleine stoeterijen voor de aldaar gelegerde divisiën. Aangezien het Ministerie van Oorlog inzag, dat de remon teering van het Chineesche Leger door het bovenstaande, gepaard aan vrijen aankoop, niet verzekerd was, diende het in begin 1911 voorstellen met betrekking tot de remontee- iing in, welke in hoofdzaak op bet volgende neerkwamen. Voorop werd gesteld, dat de hoedanigheid der paarden zeer verminderd was, terwijl het leger met zijne 36 reeds gevormde of nog te vormen divisiën een groot aantal deugde- 514

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 68