Het Chineesche krijgswezen. [Mei 1912. lijke paarden noodig zou hebben. Om in die behoefte te voorzien, stelde het Ministerie van Oorlog voor, 7 remonte inspectiën op te richten, waarvan er echter aanvankelijk, wegens geldgebrek, slechts 2 gevormd zouden worden. Ook waren de divisiën nog niet alle op de volle sterkte aanwe zig, zoodat 7 remonte-inspectiën nog niet dadelijk noodig geoordeeld werden. Voor de beide dadelijk op te richten inspectiën, de noorder en de zuider inspectie, stelde men zich voor als volgt aan de noodige fondsen te komen Het geld voor de noorder inspectie hoopte men te vinden uit hetgeen door reorganisatie van de beide stoeterijen bij Kalgan bespaard kon worden. Bleek dit niet voldoende te zijn, dan moest het ontbrekende uit provinciale bijdragen gevonden worden. De kosten van oprichting der zuider inspectie werden be groot op 300000 taels, terwijl de jaarlijksche uitgaven 100000 taels zouden bedragen. Konden deze bedragen niet dadelijk opgebracht worden, dan zou men zich aanvankelijk moeten vergenoegen met 150000 taels voor de oprichting en 80000 taels voor het jaarlijksche onderhoud. Deze sommen moesten als een volstrekt minimum beschouwd worden. Het geld moest opgebracht worden door de provinciën, voor de troepen waar van de inspectie bestemd zou zijn. Aan het Ministerie van Financiën zou worden overgelaten de bijdrage van elke provincie te bepalen. Naarmate de middelen ruimer zouden vloeien, zou de organi satie uitgebreid kunnen worden. 515 Als toelichting op het bovenstaande merkte het Ministerie van Oorlog nog het volgende op 1. In alle landen van het Westen en Oosten zijn stoeterijen aanwezig. In Japan ligt de leiding der remonteering in ééne hand; bovendien is daar nog een afzonderlijk bureau, dat de aanvulling van de paarden bij de troepen en de scholen regelt. In China worden de paarden uit de hand aangekocht. Zij zijn van allerlei soort en slecht. Daar de behoefte aan paarden voor een leger van 36 divisiën buiten gewoon groot is, zal een aanvullingsstelsel als in het buitenland noodig worden, waartoe inspectiën opgericht dienen te worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 69