Mei 1912]. Het Chineesche krijgswezen. 516 2. De provinciën worden als volgt tot remonte-inspectiën gegroepeerd Provinciën. Inspectiën. Peking Chihli Honan 1 inspectie. Shantung Shansi Kiangsu Kiangpe Nanghwei Kiangsi 1 inspectie. Chekiang Fukien Setchuan Hupee 1 inspectie. Hunan Kansu 1 inspectie, Shensi Kwantung Kuangsi Yunnan 1 inspectie. Kueichow Turkestan. 1 inspectie. Mukden Kirin Heilungkiang 1 inspectie. Jehol Wegens gebrek aan middelen zullen voorloopig slechts eene noorder en eene zuider inspectie opgericht worden. Tot de noorder inspectie zullen behooren de divisiën, welke rechtstreeks aan liet Ministerie van Oorlog ondergeshikt zijn (dus die in Chihli), voorts die in Mantsjoeiije, Jehol, Hupee, Kïangsu, Honan, Shantung, Sliansi, Kiangpe en Nang- hwei, Tot de zuider inspectie behooren de overige divisiën, behalve die in Kansu, Shensi en Hi in Turkestan. Daar deze laatste provinciën zelf paarden vooi tbiengen, zullen de daar aanwezige stoeterijen tot eene inspectie gereorga niseerd worden, daarbij geheel het Japansche stelsel toepassende. Deze inspectie zal voorloopig staan onder de noorder inspectie, eveneens de reeds bij Kalgan aanwezige stoeterijen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 70