Het Chineesche krijgswezen. [Mei 1912.
3 kruisers, elk van 2400 ton waterverplaatsing en 20 mijl,
bij Armstrong, Whitworth Co., bij Vickers Sons Maxim
en bij de „Newport News Shipbuilding Co." te New-York.
Alzoo elke werf één schip
2 flotieljevaartuigen van 1000 ton waterverplaatsing elk,
bij de „Mitsubishi"-werf te Nagasaki en bij de „Kawasaki"-
werf te Kobe 2).
1 torpedojager van 420 ton bij Scbichau te Elbing
1 400 in Triëst x).
2 riviervaartuigen van 140 ton bij de Germania-werf te
Kiel en bij de Vulkan-werf te Stettin 3).
Aldus heeft de Chineesche Regeering hare gunsten gelij
kelijk over de liefhebbers verdeeld, met het natuurlijke ge
volg, dat hare zeemacht langzamerhand eene staalkaart van
verschillende scheeps- en geschutmodellen zal gaan vertoonen.
Twee van de hierbovengenoemde kruisers zijn klaarblijke
lijk de vaartuigen bestemd om als instructieschip te dienen 3).
Een ervan, de „Yingsue" heeft in het begin van December
1911 hare proeftochten met goeden uitslag volbracht. De
andere, de „Chachow," liep in October j 1. van stapel.
In het najaar werden drie torpedojagers van 430 ton wa
terverplaatsing en 32 mijl snelheid bij Schichau besteld. De
prijs bedraagt 720000 gulden per stuk.
Voorts werd bericht, dat nog 6 flotieljevaartuigen besteld
zijn, en wel 2 te Taku, 2 te Honkoug en 2 te Tsingtau.
Ook zouden bij de Kiangnan-werf te Shanghai 4 schepen
besteld zijn voor een bedrag van 1500000 taels.
'Uit het hier boven medegedeelde blijkt niet duidelijk,
welken weg China bij de vernieuwing van het materieel zij
ner zeemacht volgen wil. Het is mogelijk, dat men voorloopig
niets anders bedoelt dan vernieuwing van eenige kleinere
vaartuigen tot bestrijding van de nog steeds zeer lastige
525
1) Zie blz. 523.
2) Op blz. 523 wordt gesproken over 2 in Japan bestelde flotieljevaartuigen
van 7 a 800 ton. Deze oudere opgave is hoogstwaarschijnlijk niet juist.
3) Één daarvan werd reeds vermeld op blz. 523.