Van Alles Wat. [Mei 19i2. 3apan. mitrailleurs. Door 0 D e r s t e B a 1 e k. 549 bedroe"- gedurende den ongeveer 6 maanden durenden veldtocht 3918, waarvan 2406 of 48,12 van de sterkte voor den dienst ongeschikt werden door overmatige inspanning. Het aantal zieke dieren was dus 1512 of 30.24 van de sterkte. Hiervan werden 852 in den hoofd- ziekenstal en 530 in de etappe-ziekenstallen behandeld. Het totale verlies was 295 7.52 waarvan 103 2.62 o/0 stierven 34 0.87 °;0 afgemaakt werden (meest wegens beenbreuk) en lo8 14 03 /0 op reform werden gesteld. Bovendien vielen 95 paarden voor den vijand. Het aantal koliekpatiënten was gering; het sterftecijfer aan deze ziekte echter groot. Van 74 paarden, van 1 Januari tot 1 Juli met koliek naar den hoofd-ziekenstal verwezen, stierven nl. 34. Gevechten met de blanke wapens, door den vijand zooveel mogelijk ontweken, kwamen zelden voor. Dergelijke verwondingen kwamen slechts 15 maal in behandeling. Hiervan genazen 13 en verliepen 2 doodelijk. Schotwonden werden daarentegen veelvuldig waargeno men. In het geheel worden 256 paarden getroffen, waarvan 95 on middellijk doodelijk. Van de overige stierven later 29 en moesten nog 6 worden afgemaakt. Wonden in borst- en buikholte waren steeds doodelijk, terwijl de spierwonden verrassend snel genazen. Opera tief werd slechts dan ingegrepen, wanneer deelen van het skelet geraakt waren. De uitgaven voor genees- en verbandmiddelen en ander veeart- senijkundig materiaal bedroegen van het begin van de expeditie tot 1 October 1908 4815.80 francs. Gedurende dit tijdperk bedroeg het aantal voor den dienst on geschikte paarden 5200 met een aantal behandelingsdagen van 7o000. (De gemiddelde behandelingsduur was dus nog geen 18 dagen. Ref.) Iedere behandelingsdag kostte 0.06 francs. (Zeitschr. f. Veteriniirkunde 1912, Heft 1.) v. d. B. De noodzakelijkheid om in het gebergte te moeten vechten heeft de Japanners, niettegenstaande onloochenbare nadeelen (vertragen van de vuuropening) ertoe gebracht de drievoetaffuit en daarmede ook heu draagdieren-transport aan te nemen. Ingevoerd is de 6,5 m. M. Hotchkiss-mitrailleur, zonder schild, met luchtafkoeling en radiator. Vuursnelheid 600 schoten in de minuut, gewicht 73,7 K.G. De infanterie-regimenten hebben mitrailleur-compagnieën a 3 sectiën (1 officier, 7 onderofficieren, 36 man, 30 paarden, waarvan 24 voor de munitie), cavalerie-brigades a 8 escadrons afdeelingen van 8 ge weren met bereden bedieningsmanschappen en een paardenhouder voor elk geweer (3 officieren, 87 man, 8 geweer- en 32 munitie-draagdieren). Bij iederen mitrailleur zijn, behalve de stukscommandant, nog inge deeld 1 geweermaker, 2 man en 3 patronenaanvoerders. Aan den stukscommandant kan ook de vuurleiding van twee mi-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 103