35 eene Dndische Legerreserve absoluut onmogelijk? 668 Juni 1912]. Yan Alles Wat. terwijl men met het gros der ruiterij manoeuvreert, de zwakke zijde van den vijand zoekt om hem daar hetzij te attakeeren, dan wel met vuur aan te vallen. Tijdens het ruitergevecht kunnen de mitrailleur troepen zeer dikwijls door een vroegtijdig, driest en krachtig optreden voor de ontwikkeling der eigen troepen gunstige omstandigheden in het leven roepen, de keuze van het aanvalspunt gemakkelijk maken, de vijandelijke ontwikkeling vertragen en verstoren. De navolgende aanhalingen uit de voorschriften voor den dienst en de opleiding der Zwitsersche Cavalerie (1904) zijn van belang. „Een groote kracht verleenen de mitrailleurs aan vervolgende cava lerie. Hun verrassend losbrekend hevig vuur moet, vooral wanneer het in de flanken van de massa's wordt gebracht, een vernietigende uitwerking hebben en den terugtocht in eene vlucht veranderen. Bij den terugtocht kunnen de mitrailleurs snel (zoo mogelijk flankeerende) opnamestellingen innemen, waarin zij, dank hunne bewegelijkheid, langer dan andere wapens kunnen stand houden. Daarmede verlichten zij voor de andere troepen het zoo kritieke afbreken van het gevecht. De terugtocht kan rustiger geschieden, men wint tijd om tegenstand te vormen en dezen hardnekkiger te voeren. Wanneer in het kritieke moment van het gevecht alles wordt inge zet, kunnen zelfs daar, waar het terrein het gebruik van cavalerie niet begunstigt, de mitrailleurs ingrijpen, door in snel tempo op de flank te komen en den vijandelijken vleugel of de voor den tegenaan val oprukkende vijandelijke massa's te omvatten en te beschieten. Het zou echter verkeerd zijn ze in een dergelijk geval eenvoudig in de gevechtslinie of op de vleugels te plaatsen. Dan zou de be wegelijkheid der mitrailleurs onbenut blijven, ze zouden hun karakter van bereden wapen verliezen. De toevoeging vaD mitrailleurs aan de cavalerie vermeerdeert hare gevechtskracht en zelfstandigheid, zij vermeerdeert ten zeerste den drang tot voorwaarts gaan, den ondernemingslust en een driest rui terlijk wagen. Met hare hulp kan onze militie cavalerie gerust in het gevecht gaan, ook tegen sterkere en beter afgerichte cavalerie, in de vaste overtuiging, dat ze die zal verslaan. Nooit mag de ruiteraanvoerder er echter voor terugschrikken om zijne mitrailleurs op te offeren, waar het te bereiken doel dit eischt en waar geen ander middel blijft om den troep te redden. Nooit mo gen deze wapens voor hem iets anders zijn, dan een welkom en krachtig hulpmiddel ter volvoering van zijne opdrachten. Cavalerie, die af daalt tot het louter dekken van hare mitrailleurs heeft opgehouden Cavalerie te zijn Neue militarische Blatter No. 6 1912). V. D. Bij het lezen der verslagen over de behandeling van de nieuwe Militiewet in de Tweede Kamer in October j.l, heeft bet ons opnieuw getroffen, welke voordeelen of voorrechten althans van het standpunt van den ongaarne dienenden Hollander ook nu weer zijn toegekend

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 104