fflededeelingen betreffende het
Indisch beger 1).
Organisatie.
Reorganisatie nan den trein.
672
UrijiDiflige aufomobieikorps.
Op de Indische begrooting voor 1913 zullen gelden worden gebracht
ter bestrijding van de kosten, verbonden aan een op de navolgende
grondslagen op te richten vrijwillig automobielkorps.
De leden verbinden zich voor den tijd van 4 achtereenvolgende
jaren (desgewenscht gevolgd door nadere verbintenissen van denzelfden
duur) om den Lande in oorlogstijd of reeds bij dreigend oorlogs
gevaar met hun alsdan door het Gouvernement over te nemen auto
te dienen.
Voor oefening kunnen de leden, elk jaar voor hoogstens 10 dagen
(heen- en terugreis niet inbegrepen), met hunne auto's worden opge
roepen.
De leden genieten jaarlijks eene schadeloosstelling, gelijkstaande met
het bedrag van de over het afgeloopen jaar voor de door hen be-
schikbaargestelde automobiel betaalde personeele belasting. Voorts zijn
zij vrijgesteld van persoonlijken schutterlijken dienst en van contributie
aan de schutterijkassen.
Gedurende de oefeningen in vredestijd en de heen- en terugreis naar
het oefeningsterrein genieten zij een daggeld van 10.(de hulp
chauffeur van f 2.en eene vergoeding voor de met hunne auto's
afgelegde afstanden.
De heen- en terugreis geschiedt zooveel mogelijk per Staatsspoor
voor rekening van den Lande.
Aangezien de bestaande organisatie van het treinwezen niet voldoet
aan de daaraan te stellen eischen, zal de trein worden gereorganiseerd
volgens de onderstaande beginselen
Voor het vervoer van de ih den Troepentrein aanwezige voorraden
voor zoover daarbij niet van draagpaarden wordt gebruik gemaakt
zullen voertuigen van lichte constructie worden bestemd; evenzoo voor de
munitie en de levensmiddelen in den Algemeenen Trein, uit welke de
Troepentrein onmiddellijk moet kunnen worden aangevuld.
Ten einde het veldleger voldoende bewegingsvrijheid te waarborgen,
zijn noodig:
a. voor den Troepentrein
476 draagpaarden,
659 lichte treinkarren,
114 kookwagens;
1) Verstrekt door het Departement van Oorlog.