I Ouerzicfti can eenige Tijdschriften, Mavors 1942 No. 4. In de vorige aflevering van dit tijdschrift maakten we reeds gewag van een artikel van den len. Luit. kwartiermeester A. C. van Oorschot over „hooikistkarren." S. deed daarin uitkomen, dat het oordeel over deze karren gedurende de jongste groote manoeuvres bijna unaniem ongunstig luidde, maar meende zulks te moeten toeschrijven aan de onpractische inrichting dier karren en de ongeoefendheid van het per soneel. Ten bewijze daarvan werd vermeld, hoe men bij een afdeeling veldartillerie, waar men over doelmatig ingerichte hooikistkarren en ervaren kokspersoneel beschikte, zeer mooie resultaten verkreeg. De Kapitein W. E. van Dam van Isselt komt thans het betoog van Luit. van Oorschot versterken. Talrijke voorbeelden worden aan gehaald, waarbij een hooikistkar van een afdeeling veldart. uit Amers foort uitstekend voldeed. S. onderschrijft dan ook geheel de conclusie van Luit. van Oorschot „Hooikistkarren, mits goed ingericht, zijn voor een gunstig verloop van de verpleging van zeer veel belang, en de waarde dier voertuigen is zeer groot." De le. Luit. M. Waltheer levert een beknopte studie over „De in vloed van het geluidlooze schot op de gevechtsvoering," Een lezens waardig, belangrijk artikel. Belangrijk vooral, omdat S. zoo tal van voorbeelden aanhaalt, welke ons noodzaken, om ons in te denken in den toestand, waarbij we niet meer alleen van „die Leere" maar ook van „die Stille des Schlaehtfeldes" zullen spreken. In veel hoogere mate dan tot nu toe zal de beteekenis gevoeld worden van wat Clausewitz noemde „Der Hebei der Ungewissheit." Wat zal de taak der cavalerie worden Hoe zal men ervaren, dat de tegenpartij haar stelling ontruimt? Hoe ontwaart een troep, dat een nevenafdeeling ondersteuning behoeft Deze, en tal van andere vragen, dringen zich van zelfs bij ons op. S. wijst er in het bijzonder op, dat vooral aan het moreel van den troep weer zwaardere eischen zullen wordeu gesteld. Vermelden we in dit verband nog, dat bij de Nederlandsche artillerie binnenkort proeven zullen worden genomen met vlamvrij kruit. Van meer eenvoudigen aard is het onderwerp, dat ce le Luit, E. H. van den Akker behandelt, n. 1. „Het uitzetten van een veldwacht." Aan de hand van het velddienstvoorschrift wordt nagegaan, wat de 679

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 115