Schriftelijke Dragen, gesteld bij bet toelatingsexamen
tot den Intendance-Cursus in 1912,
NATUURKUNDE.
lste Vraag (3j4 uur).
Hoe luidt de wet van Pascal en welke belangrijke toepas
sing kent ge daarvan? Vertel tevens welke druk in een met
vloeistof gevuld open vat op den bodem en op den zijwand
wordt uitgeoefend en geef eene korte verklaring van 'tz. g.
„hydrostatische paradox.
2de Vraag 3/4 uur).
Geef duidelijke definities van „warmtegraad" en van „Ca
lorie"; beschrijf de voornaamste thermometers, in het bijzon
der hunne schaalverdeeling en de wijze, waarop die wordt
vastgesteld.
3de Vraag 3/4 uur).
Wat verstaat ge onder „arbeidsvermogen" en welke soor
ten arbeidsvermogen kent ge? Wat is het mechanisch ae-
quivalent der warmteeenheidVertel een en ander omtrent
die begrippen, toegelicht met eenige voorbeelden.
4de Vraag 3/4 uur 2 vraagstukken),
a. Op een der schalen van een balans zet men een glas
water en herstelt daarna het evenwicht.
Vervolgens hangt men in het water (vrij van de balans)
een kogel van 3 c. M.3 op en wel zóó, dat hij geheel is on-
dergedompld, doch niet op den bodem rust. Wordt hierdoor
't evenwicht verbroken? Zoo ja, door hoeveel gewicht wordt
het dan hersteld?
In B. bevindt zich koolzuur van 4
atm; in het 3 maal zoo groote vat A.
stikstof van 8 atm, door een kraan
B. gescheiden. Als de kraan
opengezet wordt, zullen beide gassen
zich vermengen?. Wat zal de span
ning van het mengsel zijn?