Juni 1912], Het geweervuur in het gevecht bericht wil hij het volgende zeggenle, dat de Engelsche gevechtslinie het minst van de projectielen des vijands te lijden had, als deze op 600 M. (648 yards) van den vijand verwijderd was, een afstand overeenkomende met een schootshoek van 1°. 43'; 2e, dat gedurende deze pe riode het grootste gedeelte der Egyptische soldaten met een schootshoek vuurden, welke grooter was dan 1°. 43' waarbij de projectielen dicht neervielen op afstanden, die veel grooter dan 1000 en kleiner dan 1500 yards (902 1330 M.) waren, d. w. z. onder schootshoeken van 4° 7° werden afgeschoten, dat het gevaarlijker scheen te zijn achter dan voor in het front te staan. Het is niet moei lijk aan te toonen, dat tusschen 1100 en 1500 M, waar de correspondent zich bevoDd, 36 pCt. van alle Egyptische projectielen moesten vallen. Neemt men als middelste schootshoek der Egyptenaren die van 4° aan, dan bevond de correspondent zich aan de zijde van den dichteren bundel, want in dat geval sloeg de helft der projectielen tusschen 700 en 1400 M. in. De Engelsche soldaten, die in den looppas oprukten, bevonden zich op een afstand, over eenkomende met den dracht behoorende bij den schootshoek 1°. 43'. Men kan aantoonen, dat 80 a 85 pCt. aller ver schoten projectielen over de hoofden der Engelschen heenging. Zie de berekening van de treffers voor het Egyptische geweer, hieronder volgende en vergelijk deze met de bo venaangehaalde opgaven van Wolozkoï. Egyptisch Hemmington geweer: schootshoek. dracht. 1°. 400 M. Yan den bundel is de middelste schootshoek 4°-, De sprei ding is zoodanig, dat de middelbare afwijking M 2°. 30'. (Zie de bewijzen later). 1°. 43' 3°. 36' 4°. 12' 7°. 6' 600 M. 1000 M. 1100 M. 1500 M. 586

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 22