Alle waarnemers hebben ondervonden, dat het vijandelijke vuur op zekeren afstand heftig wordt, dat bij het nade ren der troepen van de vijandelijke stelling de heftigheid van het vuur langzamerhand vermindert, terwijl dat vooral bij een zekeren afstand bijzonder merkbaar wordt. Ieder waar nemer oordeelt gewoonlijk naar het getal in de nabijheid aan slaande projectielen op dezen of genen afstand. Hij vergelijkt onwillekeurig het getal der dicht bij hem inslaande projectielen met het aantal, 't welk hem over het hoofd vliegt. Wanneer men de kromme beschouwt, welke voorstelt de waarschijn lijkheid van treffen op het gevechtsveld, dan ziet men, dat de dichtheid der treffers met den afstand van het gemiddelde afneemt, eerst langzaam dan sneller; men ziet, dat de kromme bij zeker punt een buigpunt heeft. De waarschijnlijkheidsleei leert nu, dat de afstand van den ordinaat van het buigpunt tot den ordinaat van het gemiddelde de middelbare afwijking Mis. Volgens de in 1877 gemaakte waarnemingen heeft men vast gesteld, dat een aanmerkelijke verzwakking van het vuur op de afstanden 600 en 2000 pas plaats vindt. Neemt men deze afstan den aan als de abscissen van de buigpunten naar beide zijden van de kromme, dan komen die afstanden overeen met de schoots- hoeken 1°.8' en 5°. 50'. (Hier bedoelt Wolozkoï natuurlijk voor het Turksche geweer). Volgens het bovenstaande moet het ver schil tusschen die 2 hoeken de dubbele middelbare afwijking voorstellen, waaruit volgt, dat hier de middelbare afwijking M (5°. 50' 1°. 8') 2 2°. 21'. en dus de gemiddelde hoek 1°. 8'+2°.l'= 3°. 29'. De vizierhoeken, behalve de 2 genoemde, geeft de Kolonel Wolozkoï niet. De kromme van de tref waarschijnlijkheid op het gevechtsveld kan dus van dat geweer niet gegeven worden. Zie echter de trefwaarschijnlijkheidskromme berekend voor de geweren M. 71—88 en M.'95 in Fig. 8. Bij het geweer M. 71—88 liggen de buigpunten op 850 M. en 1650 M., bij het geweer M.'95 op 1300. M. (Het 2e buigpunt is niet te berekenen, doordat de schootshoeken boven 2000 M. niet bekend 589 EN PE SCHIETOPLEIDING VOLGENS FABIUS. [Juni 1912. 4° 42'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 25