Juni 1912]. Het geweervuur in het gevecht
1. Iedere willekeurige verandering der buiten het lichaam
voorkomende gebeurtenissen roept een prikkel der zenuwen
te voorschijn.
2. De opgehoopte zenuwkracht zoekt naar een uitweg en
uit zich daardoor in de beweging van spieren.
3. Iedere sterke prikkeling der zenuwen stoort een regel
matige toevoer van zenuwkracht naar de spieren.
Al deze verschijnselen zijn steeds waar te nemen. Zij zijn
de oorzaken van de veranderingen in het gelaat, de bewe
gingen van het lichaam, van de stem. Het is ook natuurlijk,
dat zij ook in het gevecht zullen optreden. Ieder weet, hoe
zwaar het is, in een kogelregen niets te mogen doen.
Dat is zelfs voor den dapperste een kwelling. De zenuwkracht
ontwikkelt zich dan in overmaat, zonder een uitweg te vinden.
Een der duidelijkste en daarbij veelvuldigst voorkomende
uitingen van een onregelmatigen toevloed van zenuwkracht
naar de spieren is het een ieder bekende zeuwachtige beven,
't welk door de meest verschillende aan kracht en kenmerken
zich onderscheidende gevoelens te voorschijn geroepen wordt,
als vreugde, toorn, angst en woede. Het beven der handen
en voeten kennen zij, die in het gevecht geweest zijn, zeer
goed; het is wellicht een der hoofdoorzaken van de onnauw
keurigheid van het vuur in het gevecht Dikwijls komt ook
een plotseling nerveus sidderen voor, 't welk in het gevecht me
nigmaal is waargenomen.
Storing in de regelmatige beweging van het hart komt ook
vele malen voor.
Of de polsslag vlugger of langzamer wordt, of het hart
meer of minder bloed naar de hersenen zendt, de normale
werking van de hersenen zal in ieder geval gestoord zijn. Ieder
weet, dat zelfs dood en waanzin mogelijk zijn als gevolg van
opwinding bij menschen, van smart of zelfs van vreugde.
Evenzoo zullen ook de oogappel en de pupil niet onveranderd
blijven. Wanneer de geest in opwinding verkeert, wanneer
de oogen een sterker glans verkrijgen of bloed in sterke mate
wordt toegevoerd, waarvan de hersenen overvoerd zijn, dan
594