en de schietopleiding volgens Fabius. [Juni 1912. schijnen de oogen uit hun kassen te puilen en de pupil ver nauwt zich. Omgekeerd, bij neergedrukte stemming, wanneer het hart somwijlen sterk en snel klopt, als het echter nog de vraag is of er iets gebeuren zal, opent zich het oog breed en de pupil verwijdt zich. Bij het betreden der loopgraven fronste de een het vooi- hoofd bij een ander verriedden de oogen woede, bij weer een ander moedeloosheid, bij verscheidenen rezen de haren te berge (door een artillerist voor Sebastepol 1868). Wat dit alles voor een enormen invloed op het richten moet hebben, kan men zich wel voorstellen. Er blijft ons nog over, betreffende het verstand nog een opmerking te maken, die van zeer veel belang is, vooral, om dat het geneesmiddel daardoor als aangewezen wordt, tiet verstand wordt het vroegst van alle zintuigen verlamdzijn ceregelde werking wordt dikwijls bij onbeduidende oorzaken gestoord. In andere gevallen behoudt men het vermogen m zijn laagste functiën, die men gewoonten noemt, langer dan alle andere functiën. Dit wordt daardoor veroorzaakt, door dien deze lagere functiën geregeld worden niet door de her senen, maar door zelfstandige centra's in het ruggemerg. Door dit verschijnsel blijkt, dat wanneer de schietopleiding zich tot taak had gesteld, de bewegingen voor het afgeven van een schot te doen beoefenen, zoo, dat die bewegingen over gingen in geivoontebeivegingen, de zaak van het oorlogsvuui er veel beter had voorgestaan. De gewoontebewegingen kunnen den grootsten invloed uit oefenen op de nauwkeurigheid van het vuur. De soldaat houdt het geweer in zijn handenom hem heen vallen schoten, hij is ODgewonden. Men begint te vuren, waarbij het zeer waar schijnlijk is, dat de schutter het geweer zoo vasthoudt, als het hem het gemakkelijkst is en dus zoo bestuurt, als bij het gewend geweest is te doen. Bijgevolg moeten de schietoefeningen in vredestijd, wanneer zij er tenminste niet om zich zelf zijn, d.w.z om patronen 595

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 31