men in andere legers nauwelijks 3 maal per minuut vuurde.
De snelle lading werd bevorderd door invoering van den ijzeren
laadstok, waarmede men niet zoo voorzichtig behoefde om te
gaan als met den houten. Door het schudden van buskruit uit
een patroon en niet uit den kruithoorn werd ook een vlugger
lading verkregen. Napoleon heeft het denkbeeld doen onderzoe
ken, om een geweer als achterlader te verkrijgen. De geweerfa
brikant Pauly verkreeg den prijs, hoewel het door hem vervaar
digde model voor het gevecht onbruikbaar verklaard werd.
Deze gedachte kwam bij Napoleon niet maar zoo op, want
hij zegt: „En bataille, comme a un siège 1'art consiste
faire converger un grand nombre de feux sur un mème point".
Dat is het uitgangspunt van de gedachte aan een geweer, dat
van achteren geladen zou kunnen worden en in het gevecht
bruikbaar was. Thans is dat middel reeds lang ingevoerd.
Groote veldheeren zijn niet toevallige vereerders van een
snelle lading en van snel vuren in het gevecht. Van het
oogenblik, dat het vuurwapen verscheen tot op heden, gaat
alles af op het doel, om een snel laden te verkrijgen.
Tot zoover Wolozkoï.
Dat ook de nieuwere militaire schrijvers niet al te veel
waarde hechten aan de nauwkeurigheid van het oorlogsvuur,
blijkt uit het volgende. Roelants en de Vlaming zeggen in
de „Handleiding voor de tactische oefeningen op de kaart":
In oorlogstijd is slechts op 1/15 a Vso van de vredesuitkom-
sten te rekenen.
In de Militaire Gids 1896 bl. 99 schat Von Schmidt (over
het geweervuur op verre afstanden) de oorlogsuitkomsten op
Vio 'a V20 der vredesuitkomsten.
In het jaar 1906 sprak zoowel Z E. de Luitenant-Generaal
Kool, Chef van den Generalen Staf, als de Generaal-Majoor
Thiange, sous-chef van dien Staf, tegenover den Kapitein
Fabius de hoop uit, dat het hem zou gelukken, een betere
schietopleiding te vinden, want de Russisch-Japansche oorlog
had opnieuw bewezen, hoe er reusachtige hoeveelheden
munitie worden verschoten zonder uitkomsten.
599
EN DE SCHIETOPLEIDING VOLGENS FABIUS. LJUQÏ 1912.