Afgaande op mijn ervaring bij anderen en bij mijzelf op
gedaan, vermeen ik te mogen beweren, dat het slechts aan en
kelen zal gelukken, zoo'n groote vaardigheid te verkrijgen
in het richten met beide oogen open, dat op het vereischte
oogenblik dadelijk de richting scherp zal worden beoordeeld.
De beoefening van den juist-snellen-aansl&g moet worden
opgevoerd tot een cultus, daar dit onderdeel der schiethan-
deling het voornaamste is; daaruit volgt dadelijk, dat de hulp
middelen daartoe zoo goed mogelijk moeten zijn, dus ook het
hulpmiddel richten. Uit dien hoofde ben ik een voorstander
van het richten alleen met het rechteroog.
Ik heb er zelfs geen bezwaar tegen, dat de schutter reeds
in de houding van vaardig het linkeroog sluit. Heeft men
enkele leerlingen, die even snel met beide oogen open kun
nen richten, als met één oog open, dan ligt het in den aard
der dingen, om geen tijd te gebruiken om hen het openhou
den van het linkeroog af te leeren.
Een 2e verschil van de methodiek van Wolozkoï met die
van den Kap. Fabius is het doordrukken van den trekker.
Een langzaam doordrukken acht Wolozkoï niet noodig, om
dat dit in den oorlog niet van den man kan worden gevergd,
(zie bl. 596) Ook omtrent dit vraagstuk inlichtingen inwinnend
bij mijn oud-leermeester, den Kapitein Fabius, schrijft hij mij
het volgende:
Het doorbuigen heeft bij de schietopleiding drie beteekenis-
sen: het is een onderdeel der schiethandeling, het is een
hulpmiddel bij de beoefening van den samengesteld-juist-snel-
Ien aanslag en het is een hulpmiddel tot het waarnemen van
zenuwstoringen bij den schutter.
Het doorbuigen als onderdeel der schiethandeling is voor
gymnastisch geoefende vingers en polsgewricht een eenvoudige
vaardigheid. Heeft men die vaardigheid niet, dan kan de
trekker niet achteruit worden gebracht door alleen aan den
daarvoor bestemden vinger orders te geven, maar wordt het
afgaan van het schot verkregen door het geven van een be
weging aan een grooter of kleiner gedeelte van de rechter-
607
EN DE SCHIETOPLEIDING VOLGENS TABIDS. [JüEli 1912.