Bij alle takken van sport, bij de meeste vakken van
handarbeid en zoo goed als van uur tot uur in het dage-
lijksch leven wordt een beroep gedaan op min of meer werk
tuigelijke bewegingen.
Darwin zegt: „Het is bekend, hoe machtig de kracht der
gewoonte is. De meest samengestelde en moeilijke bewe
gingen kunnen na verloop van tijd zonder de minste inspan
ning of bewustheid worden verricht."
Van de wonderlijk mooie eigenschappen van het lichaam
zal ik eenige voorbeelden geven. In verband met de om
standigheid, dat men somtijds aangeprezen vindt als nuttige
oefening, het verrichten van aanslagen met het geweer met
gesloten oogen. Ik acht mij verplicht tegen dezen raad
uitdrukkelijk te protesteeren. Wij kunnen onmogelijk bij
de uitvoering van den gerichten aanslag het oog missen.
Dat oog moet onmiddellijk de eventueel egemaakt
fout waarnemen, maar meer zelfs, dat oog helpt mede om
de korrel in de goede richting te sturen bij den aanslag.
Om de beteekenis van het oog te bewijzen het volgende:
Teeken een vierkant op een papier en beschouw dit vierkant
in een spiegel, daarbij de figuur voor het rechtstreeks
bezien bedekkende, bijv. met de linkerhand. Tracht dan
met de rechterhand in het vierkant een diagonaal te
trekken. Men zal dan ervaren, dat dit onmogelijk is.
De hand gehoorzaamt de bevelen van het oog en niet
omgekeerd, want de lijn wordt in verkeerde richting ge
trokken. Hieruit kan men het besluit trekken, dat het oog,
gewend op de waarneming van bet vierkant zich in verbin
ding te stellen met een hersencentrum, vanwaar bevelen
gaan naar verschillende spieren, om de gewenschte bewe
gingen uit te voeren, de zaak omgekeerd waarneemt en aan
het hersencentrum seint in verkeerde richting.
Een voorbeeld van het onbewust opwinden van een
horloge verhaalt Dr. H. Hartogh Hevs'van Zouteveen, in
zijn vertaling van de werken van Darwin, in „Gemoedsaan-
613
EN DE SCHIETOPLEIDING VOLGENS FaBIUS. [Juni 1912.
I. M. T. 1912. 39