Het is de Russische officier Wolozkoi geweest, die op we
tenschappelijke wijze dit vraagstuk heeft behandeld.
Populair uitgedrukt zou men kunnen zeggen, dat Wolozkoi
heeft aangetoond, dat de schutters uit een trechter schieten
met een opening van 13^°, terwijl de as van dien trechter
een helling heeft van 4°.
Napoleon heeft dit verschijnsel niet in getallen uitgedrukt,
maar wel in den practischen raad „se sauver en avant".
Indien men in dezen gedachtengang tracht door te dringen
tot het wezen der oude schietopleiding, d. w. z. tracht te we
ten te komen, welke vaardigheid die opleiding feitelijk wilde
bijbrengen, dan wordt men door een zeer merkwaardig feit
getroffen. Men kan voor dit onderzoek de schiethandeling in
twee gedeelten splitsen.
Het eerste gedeelte omvat: het vaardig maken en het daar
na in den schouder brengen van het geweer, zoodat dit eenigs-
zins in de vereischte richting komt; het tweede gedeelte om
vat dan het richten, de strijd tegen de invloeden, die het ge
weer uit de richting brengen en het behoedzaam drukken op
den trekker, als de richting aan strenge eischen voldoet.
De oude schietopleiding heeft tot haar arbeidsveld gekozen
de beoefening van het tweede gedeelte, met ten hoogste een
platonische liefdesbetuiging aan het eerste gedeelte.
In geen enkel schietregister is ooit eenige aanteekening ge
steld omtrent vaardigheid in het eerste gedeelte, de millioenen
cijfers, die in den loop der jaren in de schietregisters zijn op
genomen, hebben nooit iets anders vermeld, dan de mate van
nauwkeurigheid, welke in het tweede gedeelte was bereikt.
Prijzen en premiën en het scherpschutterschap konden wor
den verkregen zonder eenige vaardigheid in het eerste gedeel
te. Indien waarde was gehecht aan de vaardigheid in het
eerste gedeelte, zou het niet mogelijk zijn geweest, dat maar
steeds moreelen en geldelijken steun werd verleend aan schiet-
vereenigingen, waarbij zelfs opzettelijke verwaarloozing van
het eerste gedeelte plaats heeft.
619
EN DE SCHIETOPLEIDING VOLGENS FaBIUS. [Juni 1912.