Juni 1912]. Het geweervuur in het gevecht Als hij later op het gevechtsveld de na- correctie weglaat, dan behoort hij nog tot de beiere schutters, zooals von Ploennies zegt. De voorstanders der nieuwe schietopleiding aanvaarden de navolgende stellingen: le. Er is door alle oorlogen heen tot op den huidigen dag door de Infanterie slecht geschoten. 2e. Het slechte schieten op het oorlogsgevechtsveld wordt veroorzaakt door de groote lichamelijke en geestelijke storingen, waaraan het meerendeel der schutters onderhevig is. 3e. De lichamelijke en geestelijke storingen op het gevechts veld werken in de eerste plaats vernietigend op al die lichaamshandelingen, waartoe overleg, dus denkarbeid noodig is; zij hebben den minsten invloed op die lichaamshandelingen, welke als 't ware werktuigelijk kunnen worden uitgevoerd. 4e. Het schieten, zooais dit bij de oude methode van schiet- onderwijs geschiedde, was een verrichting, waarbij overleg onmisbaar was, doch als 't ware werktuigelijke handelingen geheel overbodig waren, zoodat reeds op psycho- physiologische gronden vooraf is aan te geven, dat die verrichting moet mislukken onder de gevechtsomstandigheden. 5e. FraZesvaardigheid heeft op zich zelf geen enkele waarde, zoolang daarbij niet in rekening wordt gebracht de waar schijnlijkheid, dat die vaardigheid in oorlogstijd zal kunnen worden toegepast, d.i. zonder de oorlogskanswaarde van die vaardigheid. 6e. In verband met de stellingen le. t/m 3e. kan worden gezegd, dat die kanswaarde bij de onder 4e. bedoelde schiet vaardigheid minimum was, d.w.z. dat de met die vredesvaar digheid verkregen schietuitkomsten dus slechts veroorzaakt hebben, dat door haar de aandacht werd afgeleid van die vaardigheid, welke op het oorlogsgevechtsveld waarde heeft. 624 (1). Von Ploennies zegt. »Bei gewöhnlicher Infanterie wird die Melirzahle der Schiisse in einem dunklen Drange zur Selbstverteidigung selbst ohne das oberfldchlichste Zielen abgegeben. Solche Individuen, die ihr Gewehr vor dem Abfeuern fest an die Schutter setzen und es sodann in einer annahernd horizonta len Lage abfeurn, mussen schon als die bessern Infanteristen bezeichnet werden."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 60