7e. Bij het beoordeelen der moeilijkheid eener handeling heeft men 2 begrippen goed uiteen te houden, n.l. de moei lijkheid der handeling op zichzelf en de moeilijkheid harer toepassing. De schiethandeling volgens vroegere denkbeelden was zoo eenvoudig, dat zij. die nog weinig opleiding genoten hadden, die op een vrij goede wijze konden uitvoeren en bijv. miliciens na enkele weken in dit opzicht de gelijken waren van langdurig geoefenden. De toepassing van die schiethandeling werd echter reeds in vredestijd moeilijk, zoodra ook maar geringe storende invloeden aanwezig waren. Vandaar dat reeds bij het gezamen lijk vuur zonder meer spreidingen nog als goed werden beschouwd, die in geen verhouding stonden tot de bij de schoolschietoefeningen noodzakelijk geachte nauwkeurigheid. Als men die begrippen met elkaar verwart, dan kan men het maken der fouten niet opsporen en derhalve ook de ge neesmiddelen niet vinden. 8e. De nieuwere schietopleiding wil op grond van de voorgaande stelling als einddoel eene zoodanige vaardigheid in de geheele behandeling van het geweer als vuurwapen doen verkrijgen, dat die behandeling als 't ware werktuigelijk kan geschieden en dat door de aanslagbeweging de richting van het geweer reeds verkregen is. Deze opleiding wenscht de aanslagbeweging zoo te vervolmaken, dat „in den aanslag brengen" en „scherp richten" dezelfde beteekenis hebbeD, terwijl zij elke poging, om een ondeugdelijken aanslag door narichten den indruk te doen maken van een goeden aanslag ten sterkste afkeurt, omdat dit pogen geheel in strijd komt met het opwekken bij den leerling van de begeerte om elke aanslagbeweging zoo juist mogelijk uit te voeren. De voorstanders der nieuwe schietopleiding hebben het ver trouwen, dat elke Dieuwe oefening in die richting de waar schijnlijkheid vergroot, dat de op die wijze verkregen vaar digheid ook indien het einddoel nog niet is bereikt zal worden toegepast op het gevechtsveld. 9e. Ook al zouden de wedes-uitkomsten, verkregen met de 625 EN DE SCHIETOPLEIDING VOLGENS FaBIUS. [Juni 1912.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 61