De beteekenis van Formosa enz. Juni 1912], Wat de ligging betreft, is Formosa derhalve geschikt voor tusschenbasis, echter zijn eenige veilige havens, waarin de sche pen bovendien tegen vijandelijke ondernemingen beschermd zijn, en gelegenheid vinden averij te herstellen, onmisbaar. De eenige plaatsen, welke aan schepen eene veilige ligplaats verschaffen, zijn Kiirun in het Noorden, Takao in het Zuid-Wes ten en Makyu op de Pescadores Voor het overige zijn er slechts open reeden, terwijl op de Westkust de zee zoo ondiep is, dat de schepen op grooten afstand uit den wal moeten ankeren. Kiirun is gelegen aan eene baai, welke door hooge heuvels en een voorgelegen eilandje tegen alle invloeden van buiten, ook tegen rechtstreeksche beschieting uit zee, beschermd is. Aan de kade kunnen zes stoomers van 6000 ton plaats vinden, terwijl een even groot aantal aan boeien vastgemaakt kunnen worden. Op de kade zijn zes verplaatsbare, electrische kranen van een hefvermogen van IJ ton (1548 K. G.) aanwezig. De ka de wordt verlengd en de haven zelf verder door uitbaggering verbeterd. Takao, als handelshaven van veel meer belang dan Kiirun, ligt aan eene lagune, welke door eene vlakke landtong van zee gescheiden wordt. Zij mist dus natuurlijke bescherming tegen beschieting uit zee. In October a. s. hoopt men eene kadelengte van 3000 voet gereed te hebben, met eene diepte bij laag water van 30 voet, zoodat de grootste zeeschepen daar kunnen aanleggen. Verder is besloten het ondiepe havenbekken uit te baggeren, de toegang tot de haven te verwijden en golfbrekers aan te leggen, terwijl het ook nog de bedoeling is de kadelengte te brengen op 4500 voet. Met een en ander zou den nog 10 jaren gemoeid zijn. Makyu is eene oorlogshaven met een droogdok, dat in October 1911 voltooid werd. Overigens bezitten noch Kiirun, noch Takao dokken of andere inrichtingen tot het uitvoeren van 636 (1) De Japansehe naam van de Pescadores is Boko-Cunto. Makyu wordt ook gespeld Makojo; de Engelsche spelling is Makung.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 72