lichtingen der gen-eki vrij wel voldoende zijn, om de Com
pagnieën op oorlogssterkte te brengen, zoodat de lichtingen
der Yobi en Kobi tot het vormen van reserve-eenheden ge
bruikt kunnen worden. En daar de boven besproken Generaals
te Taihoku en te Tainan, die ieder reeds in vredestijd over
een volledigen brigadestaf beschikken, niet bestemd kunnen
zijn om het commando over slechts één Regiment Infanterie
met ééne bergbatterij te voeren, ligt het vermoeden voor de
hand, dat bij mobilisatie bij elk bestaand Regiment Infante
rie een reserve-regiment wordt opgericht, waardoor eene
werkelijke brigade gevormd wordt.
Daar de bergbatterijen in Japan zich bij mobilisatie ver
dubbelen, kan aangenomen worden, dat de bergbatterijen van
Formosa hetzelfde zullen doen, zoodat aldus twee gemengde
brigades van 2 Regimenten Infanterie en 2 bergbatterijen
elk gevormd zouden worden.
Echter zal men bij de mobilisatie der bergbatterijen eenige
moeilijkheden bij het verkrijgen van de paarden ondervinden,
daar Formosa in dat opzicht niet veel bruikbaars oplevert.
In vredestijd zijn per batterij reeds 80 paarden aanwezig.
In Februari 1912 hadden de beide bergbatterijen het
nieuwe materieel Meiji 41 f1) ontvangen, maar nog niet de
daarbij behoorende munitie en draagbokken.
De vredessterkte der Compagnieën Zware Artillerie te
Kiirun bedraagt ongeveer 130 onderofficieren en manschappen.
Behalve de troepen van het Leger zijn nog aanwezig de
tegen de wilden optredende politietroepen. Maar hierop kan
ingeval van oorlog niet gerekend worden, daar zij de wilden
in bedwang moeten houden.
De bovengenoemde troepenmacht is ongetwijfeld voldoen
de om Formosa tegen een coup de main te beschermen. Uit
den aard der zaak zal Japan niet tot vervoer van zijne troe
pen over zee naar het vijandelijke land overgaan, wanneer
het niet meester ter zee is, zoodat groote ondernemingen te
gen het eiland uitgesloten zijn.
641
De BETEEKENIS VAN FOBMOSA ENZ. [Juni 1912.
(1) Zie Afl. 4 blz. 422.