De strijd tegen de milden
op Formosa.
(Zie Plaat III).
In het begin van 1912 verscheen een „Report on the Control
of the Aborigines in Formosa", 1911" uitgegeven door de
Formosaansche Regeering. Het geeft een belangwekkend
overzicht van den strijd, dien de Japanners nog steeds tegen
de Formosaansche wilden hebben te voeren.
In aansluiting aan dat „Report" kan nog het volgende
worden medegedeeld:
Alles wat de aanrakingen met de wilden betreft, ook de
tegen hen gevoerde strijd, wordt behandeld door een afzonder
lijk departement (departement van politie), waarvan de Chef
onmiddellijk onder den Gouverneur-Generaal staat. Ook de
voor dien strijd bestemde troepenmacht, junsatai, behoort
onder dit departement 2). Alleen, wanneer de omstandigheden
het gebruik van troepen van het Leger noodzakelijk maken,
heeft het militair departement bemoeienis met het optreden
tegen de wilden.
Tegen de wilden vechten alzoo „politietroepen", die in
werkelijkheid echter niet van militairen te onderscheiden
zijn. De Japanners onder hen behooren tot de reserve van het
Leger; samenstelling, oefening en bewapening zijn geheel
militair en het eenige feitelijke onderscheid tusschen deze
troepen en die van het Leger bestaat hierin, dat zij uitsluitend
uit vrijwillig dienenden en laatstgenoemden hoofdzakelijk uit
dienstplichtigen samengesteld zijn. Evenals elke andere kolo
niale mogendheid gevoelde ook Japan de behoefte aan een
643
1) Aanwezig in de bibliotheek van liet D. v. O.
2) Het woord »junsatai" wordt het best door politiemacht vertaald.
De tegen de wilden optredende politie moet echter wel onderscheiden worden
van het gelijknamige korps, dat onder het departement van Binnenlandsch-
Bestuur ressorteert en den gewonen politiedienst in het volkomen rustige
Westelijke deel van het eiland verricht.