De strijd tegen de wilden op Formosa. [Juni 1912. klein aantal zijn in onderwerping gekomen wilden. Zij vormen de eigenlijke politiemacht, welke overigens met Japanners geëncadreerd is, n.l. met de volgende rangen: junsa, keibuho, keibu en keishi. De keishi's hebben den officiersrang. Tusschen junsa en aiyu heeft men nog den junsaho, maar deze rang is niet sterk vertegenwoordigd Na een licht examen afgelegd te hebben, kunnen Formosa-Chineezen tot junsaho benoemd worden, maar verder kunnen zij het niet brengen. Ook voor de andere rangen is een examen noodig. Er bestaat geen vaste indeeling in Compagnieën e. d. Moet actief opgetreden worden, dan wordt eene tactische indeeling geïmproviseerd. De gevechtseenheid is dan de „buntai", sterk 75 man, onder bevel van een keibuho, soms van een keibu. Drie buntai's vormen een „butai", onder een keibu. De buntai wordt naargelang van omstandigheden onderverdeeld in groe pen van verschillende sterkte, waarin dikwijls naar verhou ding tot het aantal aiyu's veel junsa's voorkomen, daar men de aiyu's liever niet aan zich zelf overlaat, maar ze graag sterk met Japaimers vermengt 2). De sterkte der geheele politiemacht bedraagt volgens de mij verstrekte mededeelingen bijna 6000 man. De bewapening bestaat uit de Murata-karabijn van 11 in. M. en een blank wapen, dat tevens als kapmes dienen kan. Blz. 16 e. v. geeft eene beschrijving der aiyusen, waaruit blijkt, dat om de 400 500 M. schilderhuizen, bezet door 645 1) Het Report geeft de volgende Engelsehe woorden voor de Japansche be namingen guardsman voor aiyu, assistent-policeman voor junsaho, policeman voor junsa, assistent-inspector voor keibuho, inspector voor keibu en superin tendant voor keishi. Blz. 19 geeft eenige bijzonderheden over tractement, enz. van de aiyu's. 2) Er is ongeveer 1 junsa op 10 aiyu's in het geheele korps. De indeeling van een »butai" in drie «buntai's van 75 man, doet denken aan de indeeling van onze divisiën maréchaussee in drie afdeelingen van ongeveer gelijke sterkte als eene »buntai", evenals de bewapening met die van de maréchaussee overeenkomt. Het is volstrekt niet onmogelijk dat men onze organisatie eenigszins tot voorbeeld genomen heeft, zooals ook met andere zaken het geval is. Dikwijls is mij gebleken, dat men in Japan vrij nauwkeurig omtrent ons Leger onderricht is. I. M. T. 1912 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 81