Toestanden in Portugeesch Timor.
Juni 1912],
volking achtergelaten goederen worden zonder vorm van
proces genaastwat niet kan worden gebruikt of medege
voerd wordt, met inbegrip van de huizen, verbrand. De be
volkingstroepen ook wel de moradores worden over het land
losgelaten en het lot van vrouwen en kinderen alsmede van
allen, die zich niet tijdig door de vlucht in vrijheid weten
te stellen, is meestal zeer treurig.
In vroegere jaren werden tuchtigingstochten ook wel door
ons ondernomen; ook de Engelschen maakten dikwijls der
gelijke tochten naar streken aan de Noord- en Noord-Ooste
lijke grens van de Indische koloniën. Toentertijd werd van
dergelijk optreden verwacht, dat het de bevolking zooveel
ontzag zou inboezemen, dat zij in den vervolge zich wel
zou wachten zich te verzetten tegen den van uit de verte
gedecreteerden wil van den overheerscher. Inderdaad bleek
in den regel, dat de bestraffing aanvankelijk de gewenschte
uitwerking had, doch langzamerhand begon dan weer het
verzet, totdat het eindelijk zoo sterk was aangegroeid, dat
een tweede tuchtigingstocht noodig werd, enz. Zoo leerde de
geschiedenis, dat, wil men de bevolking van een streek af
hankelijk maken van zijn wil, de invoering van geregeld be
stuur, dat aanvankelijk de kracht van zijn optreden ontleent
aan de voor dat doel steeds aanwezige troepenmacht, het
eenige middel is om dat doel te bereiken. Dit ondervonden
wij op Atjeh, de Engelschen o.m. in Burma en in de laatste
jaren werd dan ook het verkeerd werkend stelsel van tuch
tigen door ons niet meer toegepast. De Portugeezen zijn echter
nog niet zoo ver en ondervinden daarvan nu in hooge mate
de nadeelige gevolgen. Zoo vluchtte de bevolking van Fol Faek
op ons gebied; zij stelde zich onder onze bescherming en ver
zochten zich op ons gebied blijvend te mogen vestigen. We
tende welk lot de bevolking zou wachten, wanneer haar ver
zoek niet werd toegestaan, kon dit onzerzijds natuurlijk niet
worden geweigerd en werd de bevolking van Fol Faek
toestemming verleend zich in een bepaald gedeelte van Zuid-
Beloe te vestigen.
656