Toestanden in Portugeesch Timor. [Juni 1912.
Intusschen kwamen begin Februari nog een honderdtal Portu-
geezen uit het gebied ten Oosten van de Vowra naar Maoecatar.
Deze zijn echter weer naar hun land teruggekeerd, vermoedelijk
omdat ze niet genegen waren te verhuizen naar Zuid-Beloe.
Ook kwamen eenigen tijd geleden afgezanten van Laimean,
Kailakoe, Dirwati en Atsaabi (Noord-West-Portugeesch Timor)
te Atapoepoe, met het verzoek naar ons gebied te mogen
verhuizen. De bevolking van die kampongs was geprest
strijdbare mannen te leveren tot demping van den opstand
in Manufae. Ze waren echter niet gelukkig in den strijd,
werden teruggedreven en meldden den uitslag van hun strijd
aan den postcommandant te Hato Lia. Deze vond in het mis
lukken van de pogingen tot demping van den opstand aanlei
ding de hoofden en bevolking bijeen te brengen en er op te
laten schieten, zoodat verscheidene Timoreezen werden gedood.
Te Atapoepoe meldden zich ook een gedroste moradore en
een vijftal uit de missieschool te Batu Gadé weggeloopen
knapen, die halsstarrig weigerden terug te keeren. Als reden
daarvoor gaven zij op, dat ze veel slaag en weinig eten
kregen. De moradore werd vrijgelaten x) (deserteurs worden
niet uitgeleverd). Omtrent de kinderen werd bepaald, dat
de ouders hen konden terughalen, doch dat ze anders niet
zouden worden teruggezonden.
Rooskleurig is dus de toestand in het Oosten van Timor
niet. De geheele beschikbare macht der Portugeezen wordt
gebruikt om den toestand zooveel mogelijk te beheerschen. In
Maart kwam te Dilly een troepenversterking aan van honderd
Europeanen en 200 Afrikanen; de bezetting van vele posten,
o.a. die van den geheelen Bulu2 rug werd ingetrokken -).
661
1) Dit kan wel oorzaak zijn dat meerderen zijn voorbeeld zullen volgen.
2) Het terugtrekken van den post op den goenoeng Akas was onzerzijds
geëischt, omdat die post op Nederlandsgh gebied lag, wat eerst eenigen tijd
geleden met zekerheid werd vastgesteld.
Nadat de post op den goenoeng Akas, door de Portugeezen was ontruimd,
werd deze door onze troepen bezet en verplaatst naar een 200 M. meer
Oostelijk, tactisch gunstiger gelegen topje, (Zie in verband hiermede het slot
van ons artikel in aflevering 4).
1. M. T. 1912 42