Velduniformen in nederlond. 670 Juni 1912]. Van Alles Wat. Er is nog een ander verschijnsel, waarop wij gaarne de aandacht zouden vestigen. Gedurende den laatsten tijd komt het herhaaldelijk voor, dat offi cieren, die hun pensioen nog lang niet hebben verdiend, jonge man nen veelal, die de sterren nog zeer kort dragen, den dienst verlaten om in burgerbetrekkingen overtegaan. Zij hebben gewoonlijk min stens vier jaren dienst als Officier in Indië, daar zij anders de onkosten hunner opleiding moeten terugstorten. Tegen dien overgang is natuurlijk weinig bezwaar te maken. Vrijheid, blijheid. In Holland is men evenwel verstandiger, waar men het ontslag in analoge gevallen verleent met de bijvoeging, dat de betrokkene als reserve-officier bij zijn Wapen in de sterkte zal worden gevoerd en overeenkomstig de bepalingen dienstplichtig blijft. Men houdt hen zoodoende nog voor jaren beschikbaar, waarme de beide partijen in den regel zijn gebaat. Het Leger behoudt een officier, zij het in de reserve of de laridweertroepen, de delinquent krijgt gelegenheid a raison van eenige zilverlingen, af en toe nog eens weer in de gelederen te verschijnen. Onze vraag is nu: "Waarom zijn tot dusverre geen maatregelen ge troffen, om dergelijke bepalingen ook voor ons Leger in het leven te roepen?" Zooals de toestand nu is, wordt in oorlogstijd slechts over de in Indië aanwezige physiek geschikte gepensionneerden beschikt, die op poene van pensioenverlies kunnen worden opgeroepen. De ontslagen, doch niet gepensionneerde officieren, kunnen niet worden opgeroepen, althans niet worden gedwongenaan dien oproep gehoor te geven en 't is zeer de vraag, of zij zich vrijwillig ter be- sc hikking van het Legerbestuur zullen stellen. Zij toch hebben er niets bij te winnen en alles te verliezen, terwijl op den factor vader landsliefde bij de verdediging van Ned.-Indië niet te veel mag worden gerekend. Het wil ons voorkomen, dat, indien in den door ons aangegeven zin voorstellen werden gedaan, bij den wetgever op geenerlei bezwaar zou worden gestuit. W. In de voorschriften omtrent de invoering van de nieuwe velduniform is niet bepaald, of aan de officieren toegestaan is deze kleeding van andere stof te doen vervaardigen. Wel is voorgeschreven, dat de tot dusverre gebezigde eenvoudige jas komt te vervallen en dat de nieu we veldtenue niet in Europa wordt gedragen. Daarom rijst bij ons de vraag: "Wat moeten de bij het Nederland- sche Leger gedetacheerde Indische officieren aan de H. K. S. of een der onderwijsinrichtingen verbonden in diensten dragen, waarin voor de Hollandsche collega's de tuniek of het. volledige veldtenue is voorgeschreven?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 106