Van Alles Wat. 5et schaften Dan afstanden. Prismafeijker 5uet. [Juni 1912. Thans zou hun slechts de atilla overblijven, een weinig geschikt kleedingstuk bij den velddienst, dat bovendien al zeer eigenaardig zou afsteken bij de veldkleeding der Hollandsche troepen, die over eenige maanden ongeveer in dezelfde kleuren zullen prijken, als de onze. Wat is er toch tegen, dat ook de Indische Officieren bij de troepen in Holland dienst doendede Indische veldkleeding dragen, indien die kleeding van laken, serge of cheviot ware vervaardigd W. Gedurende de zomerperiode van het afgeloopen jaar werden aan de Oostenrijksche Schietschool door het Instructiebataljon drie maanden lang oefeningen gehouden in het afstandschatten. Daarbij werd het navolgende in acht genomen le. Elk man schat iederen dag minstens één afstand; 2e. Afwisselend wordt op kleine, middelbare en groote afstanden geschat 3e. Yan af een bepaald punt wordt maar één keer geschat 4e. Als eindproef schat elk man 45 afstanden, n.l. op de kleine, middelbare en groote afstanden elk 15. Het aantal deelnemers bedroeg 670. Hun gemiddelde fout van alle door hen in 3 maanden verrichte schattingen bedroeg in de le, 2e en 3e maand resp. 17, 14 en 13 pCt. Bij de eindproef werd op de kleine, middelbare en groote afstanden een gemiddelde fout verkregen van resp. 17, 16 en 12 pCt. Yan de 670 deelnemers brachten 166, d.i. 25 pCt, het tot „betrouw baar afstandschatter," d.w.z. deze maakten een gemiddelde fout van hoogstens 12 pCt. De twee beste schatters van elke groep hadden een gemiddelde fout van 6 pCt. Streffl. Mill. Zeitschr. 1912 Heft 3. De op blz. 555 van de vorige aflevering bedoelde kijker Huet wordt onder de advertentiën in dit nummer aangekondigd. 671

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 107