Juni 1912], Het geweervuur in het gevecht
De beide hoeken MOB en MOA zijn dus nu bekend en kan
men nu berekenen met de bekende formule, hoeveel patronen
per 100 er worden afgeschoten binnen de hoeken MOB en MOA.
Men vindt alsdan:
W h 3°-28'-32" en 6 8°-3V-24"
V Mv/2 V 20. 80'VV 80'Vü^
6 (0.9829) en 6 (1,0150)
komt overeen met 83,55 en 84,88 het aantal patronen,
binDen AOB afgeschoten, is dus 1/2 (84,88—83,55) 0,665
Zie fg. 5.
Op dezelfde wijze kan voor elk doel en op eiken afstand
het treffers berekend worden.
De trefferprocenten aangegeven in figuur 7, zijn berekend
uit de schootshoeken van het Dreyse- en het Chassepotgeweer
volgens opgave van Wolozkoi. n.l.
SCHOOTSHOEKEN.
Afstand.
Chassepot-
Dreyse-geweer.
passen.
600
66'
105' Zoowel de
700
80'
126' Duitsche als de
800
97'
150' Fransche passen
900
114'
174' zijn hier 0.75 M.
1000
132'
199'
De wijze van berekening is hiervoor dezelfde als die, gevolgd
bij het Egyptische geweer op bl. 587.
Fabiana. (Uit „Allen Weerbaar" 2 Dec. 1910).
1Nederland worde een bijenkorf van weerbare oorlogsschut-
ters.
2. Die een reddingsboot beproeft in een turfvaart, ver
zuipt in de branding.
3. Ik ben een bewonderaar van het roosjes-zuigen
op het gevechtsveld.
J. P. Weegewijs.
634