Juni 1912]. Toestanden in Portugeesch Timor.
namelijk voorwat betreft het ten Oosten van ons gebied gele
gen terrein, grooter, doch het was niet dan na een langduri-
gen strijd, dat vele inlandsche stammen het Portugeesch gezag
erkenden. Na den tragischen dood van Koning Don Carlos
van Portugal, werd da Silva van zijn ambt ontheven. Timor
is echter ver van het moederland verwijderd en da Silva
dacht er niet over zijn ambt neer te leggen, hetgeen wel
een eigenaardig licht werpt op zijne verhouding tot het
Gouvernement. De Portugeesche Regeering wist nu niet beter
te doen dan de beurs, waarvan de koorden toch reeds zelden
werden losgemaakt, geheel te sluiten, hetgeen o m. tot ge
volg had, dat ambtenaren, officieren en missionnarissen ge
durende 23 maanden geen tractement ontvingen. Dit ter
verklaring van de gewoonte dier ambtenaren om de bevolking
te dwingen gratis de noodige middelen voor levensonderhoud
te leveren, waarbij dikwijls veel meer werd geëischt dan
voor eene sobere levenswijze noodig was. In Juli 1908 ver
trok da Silva naar Portugal. De tegenwoordige Gouverneur
is de derde na da Silva.
Het Oostelijk deel van Timor is thans administratief ver
deeld in vier civiele commandementen (conselhas) t.w. Dilly,
Liquida, Manatuto en Baucau en zes militaire commandementen
(commando's militairestro) n 1. Lautèm, Motael, Manufae,
Hatolia, Batu Gadé en Lamaquitos, waarvan alleen Batu Gadé
en Lamaquitos aan de z. g. groote grens zijn gelegen. Het
binnenland van Oeikoesi werd nog langer van bestuursbe-
moeienis onthouden; deze dateert eerst van den tijd, dat de
post Nipani werd opgericht. Tot dien tijd werd het bestuur
gevoerd door afstammelingen van met Ambenoesin het huwelijk
getreden Portugeezen, waarvan twee geslachten n 1. dat der
Hornay's en dat der da Costa's elkander beurtelings aflosten.
Thans is ook Oeikoesi een commando militairestro, waarin
echter de commandant, een luitenant, nog steeds wordt bij
gestaan door een vertegenwoordiger van een der bovenge
noemde geslachten. Thans schijnt het een da Costa te zijn die,
onder toezicht van den militairen commandant, als „radja da
650