797 ËOEKBEOORDEEI.iNG. [Juli 1912. 5. onder direct toezicht eene verplichte oefenschool heeft doorloopen in den omgang met personen van betrekkelijk geringe ontwikkeling. Aan den Heer L (ulofs) om te beoordeelen, in hoeverre het tegenwoor dig korps ambtenaren die eigenschappen bezit, zoomede of de overige door hem genoemde categoriën van personen te dien aanzien een voorsprong hebben op de officieren en zoo niet, in welke opzichten dan wel. Noch in Gelebes, 1) noch in de Zuider- en Ooster-Afdeeling van Borneo 2), noch in Timor en Onderhoorigheden 3) werd het Civiel en Militair bestuur in een hand vereenigd, toen het militair optreden hoofdzaak en de uitoefening van het bestuur tijdelijk bijzaak was. De Inlandsche maatschappij moest worden geordend, het gezag worden gesterkt, het vertrouwen in de goede bedoelingen van de Regeering worden gewekt, eene richting worden uitgezet. Kwamen bij dat werk de sub 1 tot en met 5 hiervoren genoemde eigenschappen misschien van pas Ten slotte nog deze vraag: Is het wel kiesch om,nu met en door de hulp van het Leger op de Buitenbezittingen een grootsch werk is tot stand gebracht, eene poging aan te wenden om op theoretische gronden de ongeschiktheid van officieren voor de bestuurstaak aan te toonen, niettegenstaande de practijk het bewijs voor het tegendeel heeft geleverd G. VAN Ginkel. 1) 9 maanden na ontbinding van de Boni-expeditie, nadat de militaire actie m Bom, Loewoe en Gowa nagenoeg' was beëindigd, werd het civiel en mil bestuur in eén hand vereenigd! 2) Besturen bleef in dit gewest hoofdzaak. 3) De verwikkelingen aan de grens boden een toevallige geschikte o-elegen- heid. Enkele jaren geleden toen de aetie op Timor, Flores en Soemba nog in vollen gang was, zou veel meer aanleiding voor eenhoofdige leiding hebben bestaan. Thans was het voeren van politiek beleid hoofdzaak, waarvoor de heer L. liever een agronoom-resident dan een militair-resident zou willen be stemmen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 115